De hiervoor besproken betalingstermijnen voor de verschillende belastingen zouden in sommige situaties nadelig kunnen uitpakken voor de Belastingdienst. Het incassorisico is dan namelijk te groot. Om dat te voorkomen heeft de ontvanger van de Belastingdienst de mogelijkheid om de aanslag in bepaalde situaties direct in te vorderen. Dit is de zogenoemde versnelde invordering.
Toepassen
schuldsanering
verduisteren
beslag
douaneschuld
De Belastingdienst kan versnelde invordering toepassen in de volgende gevallen:
Uw bv is in staat van faillissement verklaard of de schuldsaneringsregeling is van toepassing. In dat laatste geval moet de aanslag wel onder de werking van de schuldsaneringsregeling vallen.
De ontvanger maakt aannemelijk dat er gegronde vrees bestaat dat er goederen zullen worden verduisterd.
Het bestuur wil de plaats van vestiging van de onderneming overbrengen naar het buitenland, tenzij u aannemelijk maakt dat de belastingschuld kan worden verhaald.
Uw onderneming is buiten Nederland gevestigd en de ontvanger maakt aannemelijk dat er gegronde vrees bestaat dat de belastingschuld niet kan worden verhaald.
Op goederen van uw onderneming waarop de belastingschuld kan worden verhaald, is beslag gelegd voor de belastingschuld.
De goederen van uw onderneming worden verkocht als gevolg van een beslaglegging namens derden.
Er wordt een vordering gedaan bij derden op uit te betalen loon en uitkeringen, tenzij u aannemelijk maakt dat de belastingschuld kan worden verhaald.
Er is ten laste van de belastingschuldige aanvulling of vervanging van een gestelde zekerheid ten behoeve van een douaneschuld geëist, maar deze aanvulling of vervanging wordt niet tijdig verricht.
Uitzondering
voorlopige aanslag
Mocht er sprake zijn van een versnelde invordering, dan krijgt u daarvan schriftelijk bericht. Op deze regel bestaat wel een uitzondering. In de gevallen genoemd onder punt 1, 5, 6 en 7 mag de ontvanger niet versneld invorderen als het gaat om een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting waarvan het aanslagbiljet een dagtekening heeft die ligt in het jaar waarover deze is vastgesteld.
Voor het betalen van de voorlopige aanslagen moet de Belastingdienst uitgaan van de gebruikelijke betalingstermijn van zes weken.