U bent hier

Onderneming & Fiscus
Geldlening en fiscus5. Een (excessieve) lening van de bv5.2 Onzakelijke lening

5.2 Onzakelijke lening

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: mei 2023

Leent u geld van uw bv, dan is het belangrijk dat de voorwaarden zakelijk zijn. De fiscus kan stellen dat de lening onzakelijk is. Dat is fiscaal niet zonder gevolgen.

5.2.1 Verlies niet aftrekken

De onzakelijkheid van de lening komt meestal pas aan het licht als u niet kunt voldoen aan de verplichtingen en de lening niet kunt terugbetalen. Op dat moment zal uw bv de lening willen afwaarderen. De Belastingdienst accepteert deze afwaardering echter niet als de lening onzakelijk is. Uw bv kan dit verlies dus niet in mindering brengen op het belastbare resultaat voor de VPB.

Aandeelhoudersmotieven

Bij een onzakelijke lening stelt de Belastingdienst dat er sprake is van een bewuste bevoordeling van de aandeelhouder of de bv. U handelt in dat geval niet als onafhankelijke derde, maar als aandeelhouder.

Het verlies op de lening merkt de Belastingdienst bij een onzakelijke lening aan als een verkapte winstuitdeling aan de aandeelhouder. Uw bv kan die uitdeling niet in aftrek brengen van de winst.

Verkapt dividend

winstuitdeling

De bewuste bevoordeling zorgt dus voor een winstuitdeling van uw bv aan u als aandeelhouder. Lukt het u echt niet meer om de lening terug te betalen, dan heeft dat ook voor u gevolgen. De fiscus gaat dan namelijk uit van een verkapt dividend. Dit dividend is bij u belast als inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2. U betaalt 26,9% (in 2023) inkomstenbelasting over dit inkomen. Er zijn overigens plannen om per 1 januari 2024 twee tarieven in te voeren in box 2: 24,5% tot aan een inkomen van € 67.000 en boven die grens 31%.

5.2.2 Rente op de lening

at arm’s length

vergelijkbare lening

Voor de fiscale behandeling van uw lening moet u uitgaan van een zakelijke rente. De rente moet namelijk ‘at arm’s length’ zijn. Dit houdt in dat een onafhankelijke derde dezelfde rente zou rekenen. De rente op een onzakelijke lening zal daar meestal niet aan voldoen. Het bepalen van de rente gaat op dezelfde manier als bij een onzakelijke lening van de dga aan de bv (zie paragraaf 4.2.4). U gaat dus uit van de rente die u voor een vergelijkbare lening had moeten betalen bij een onafhankelijk derde en waarbij uw bv borg staat voor de lening. De rente is echter niet hoger dan het bedrag dat u werkelijk kunt betalen.

Bestedingsdoel

eigen woning

Heeft u de hoogte van de rente vastgesteld, dan verschilt de fiscale behandeling niet van die bij een zakelijke lening. Uw bv moet VPB betalen over de ontvangen rente. Voor u valt de lening van de bv in box 1 of box 3 van de inkomstenbelasting. Dit is afhankelijk van het doel van de lening. Gebruikt u de lening voor de eigen woning, dan valt die in box 1. U kunt dan onder voorwaarden de rente op deze lening in aftrek brengen op uw inkomen. De lening valt onder box 3 als de lening voor andere zaken is bedoeld.