U bent hier

Onderneming & Fiscus
Formeel belastingrecht5. Navordering en naheffing5.5 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur

5.5 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: oktober 2019

gedragsregels

In procedures over naheffing beroepen veel belastingplichtigen zich op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit zijn gedragsregels waar de overheid zich in het contact met burgers en ondernemingen aan heeft te houden.

5.5.1 Beginselen bij naheffing

Formeel zijn er geen beperkingen van de bevoegdheid tot naheffing. Er is immers geen nieuw feit nodig, zoals bij navordering. Uit de jurisprudentie blijkt wel dat de fiscus rekening moet houden met de algemene beginselen.

Vertrouwensbeginsel

bezwaar ­maken

Stel, u heeft vooraf met de inspecteur overleg gehad over uw aangifte en achteraf blijkt dat hij u onjuiste inlichtingen heeft verstrekt. Het is dan zeer goed mogelijk dat u met een beroep op het vertrouwensbeginsel succesvol bezwaar kunt maken tegen een naheffingsaanslag. De
inspecteur wekte immers het vertrouwen dat u een juiste aangifte indiende.

Vertrouwen op eerdere visie van de fiscus

Stel dat u in 2013 te maken kreeg met een boekenonderzoek. De inspecteur heeft daarbij gekeken naar de onkostenvergoedingen aan uw werknemers. Tijdens en na het onderzoek kreeg u geen opmerkingen over deze vergoedingen. U maakte daaruit op dat deze niet bovenmatig waren en ging op dezelfde voet verder.

Bovenmatig

beleid ­ongewijzigd

Vijf jaar later, in 2018, staat de Belastingdienst andermaal voor de deur. Het beleid voor de verstrekking van onkostenvergoedingen is ongewijzigd gebleven, maar nu oordeelt de fiscus dat er wél sprake is van bovenmatige onkostenvergoedingen. U kunt zich nu beroepen op het opgewekte vertrouwen. Doordat de fiscus vijf jaar eerder expliciet aankondigde de vergoedingen te controleren en hier geen opmerkingen over maakte, mocht u ervan uitgaan dat u correct handelde.

Gelijkheidsbeginsel

beperking

Ook het gelijkheidsbeginsel kan een beperking vormen voor de naheffing door de Belastingdienst. Als bijvoorbeeld bij al uw werknemers te weinig loonbelasting/premie volksverzekeringen is ingehouden, kan de inspecteur niet naheffen bij slechts een aantal van hen en bij anderen niet.

Onderzoeksplicht

relevante feiten

Daarnaast heeft de inspecteur een onderzoeksplicht naar relevante feiten en belangen. Zo heeft een inspecteur de mogelijkheid om een belastingplichtige te horen.

5.5.2 Beperkte rol beginselen bij navordering

gebruikelijke gedragslijn

De algemene beginselen van behoorlijk bestuur spelen een beperktere rol als het gaat om navordering. Zo kunt u het vertrouwensbeginsel alleen inroepen als de inspecteur onmiskenbaar duidelijk heeft gemaakt dat hij geen navorderingsaanslag zal opleggen of als hij zonder goede reden afwijkt van een bestendige gebruikelijke gedragslijn tegenover u. Wijkt de inspecteur in zijn navorderingsbeleid af van zijn beleid ten aanzien van andere belastingplichtigen, dan kunt u wel een beroep doen op het gelijkheidsbeginsel. De bewijsvoering zal echter niet eenvoudig zijn.

Andere beginselen spelen ook een beperkte rol. Zo wordt het zorgvuldigheidsvereiste grotendeels ondervangen door de eis dat er sprake moet zijn van een nieuw feit.