3.3 Onderzoeksplicht ontvanger
De ontvanger moet globaal toetsen of de aanslag ook materieel verschuldigd is, voordat hij een derde aansprakelijk kan stellen. In het beleid van de Belastingdienst is opgenomen dat als, na beoordeling door de ontvanger, een aanslag materieel niet verschuldigd kan worden geacht, dat de ontvanger voor zo’n aanslag geen invorderings- en aansprakelijkheidsmaatregelen neemt.
Materiële verschuldigdheid
Een belastingschuld ontstaat uit de belastingwet (bijvoorbeeld de Wet op de omzetbelasting 1968) en door feiten (zoals een verkooptransactie). Dit noemen we de materiële belastingschuld. Vervolgens wordt die schuld door de Belastingdienst vastgelegd in een aanslag en dat wordt de formele belastingschuld genoemd.
Verplicht BTW-aangifte doen
nihilaangifte
ambtshalve aanslag
verzuimboete
Een BTW-ondernemer dient over een kwartaal in 2023 geen BTW-aangifte in, omdat er geen omzet is geweest in dat kwartaal. Dat is onjuist, want ook als er geen activiteiten zijn geweest is een BTW-ondernemer verplicht om een BTW-aangifte in te dienen; een zogenoemde nihilaangifte. Omdat er geen BTW-aangifte is ingediend, krijgt de ondernemer een ambtshalve naheffingsaanslag van € 5.000 opgelegd. De BTW-ondernemer maakt bezwaar tegen de naheffingsaanslag en kan aantonen dat er in het desbetreffende kwartaal geen omzet is geweest. De materiële belastingschuld is dan nul en de ambtshalve naheffingsaanslag wordt dan aangepast. De verzuimboete wegens het niet indienen van de BTW-aangifte blijft dan wel in stand.
Verjaring van dwanginvordering
betalings-termijn
Het recht van de ontvanger om een belastingschuld in te vorderen verjaart na verloop van vijf jaar nadat de wettelijke betalingstermijn is verstreken. Die verjaringstermijn mag de ontvanger wel tussentijds stuiten. Dat wil zeggen dat onder voorwaarden een nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar gaat lopen. Als de mogelijkheid van de ontvanger om een aanslag in te vorderen is verjaard, mag hij ook niet meer daarvoor een derde aansprakelijk stellen. Zie paragraaf 2.3.5 en paragraaf 12.3.1 voor meer uitleg.
Invorderingsonderzoek
De ontvanger heeft het recht om een invorderingsonderzoek in te stellen bij de belastingschuldige. Daarbij onderzoekt de ontvanger in hoeverre hij een derde aansprakelijk kan stellen voor de betreffende belastingschuld. Daarnaast kan de ontvanger een invorderingsonderzoek instellen bij de persoon of onderneming die mogelijk aansprakelijk gesteld zou kunnen worden (zie paragraaf 2.3.6).