3.1 Wanneer een derde aansprakelijk stellen?

belasting-aanslag

De ontvanger van de Belastingdienst mag een derde alleen aansprakelijk stellen voor de belastingschuld van een ander als hij aan de volgende drie voorwaarden voldoet:

• Er is een belastingaanslag opgelegd.
• De aanslag is kenbaar gemaakt aan de belastingschuldige.
• De belastingschuldige is in gebreke met het betalen van de aanslag.

In gebreke zijn

uitstel van 
betaling

intrekken

In paragraaf 2.3 kon u al lezen dat een aansprakelijkstelling niet kan plaatsvinden zonder oplegging van een aanslag. Voor de aansprakelijkstelling moet de belastingschuldige ook nog ‘in gebreke zijn’. Dit wil zeggen dat de aanslag niet binnen de wettelijke betalingstermijn is betaald. Als aan een onderneming echter uitstel van betaling is verleend, is er geen sprake van in gebreke zijn. In dat geval kan de ontvanger ook niet overgaan tot een aansprakelijkstelling. De ontvanger zal dan eerst het uitstel van betaling moeten intrekken en kan daarna overgaan tot aansprakelijkstelling.

Invordering bij belastingschuldige

De ontvanger moet eerst zoveel mogelijk proberen de belastingschuld te innen bij de belastingschuldige zelf. Als de invordering bij de belastingschuldige niets of onvoldoende oplevert, mag de ontvanger overgaan tot aansprakelijkstelling van een derde. Als de ontvanger meteen al ziet dat er geen of onvoldoende verhaal is bij de belastingschuldige, mag hij ook meteen een derde aansprakelijk stellen.

Wettelijke vereisten

inlenersaansprakelijkheid

Verder moet de ontvanger voldoen aan de voorwaarden die zijn genoemd in de afzonderlijke fiscale aansprakelijkheidsartikelen. Zo moet bij een bestuurdersaansprakelijkheid sprake zijn van een bestuurder en van bepaalde belasting-soorten zoals BTW of loonbelasting. Bij een inlenersaansprakelijkheid moet er sprake zijn van een uitlener die personeel uitleent en een inlener die personeel inleent.