7.2 Invoer
derde-landen
Het kan ook zijn dat u goederen vanuit zogenoemde ‘derde-landen’ binnen de EU brengt. Voor de BTW is er sprake van ‘invoer’ als u dan ook alle douaneformaliteiten invult voor het in het vrije verkeer brengen van die goederen. U bent in dat geval invoer-BTW verschuldigd in het land waar de goederen de EU binnenkomen.
7.2.1 Vormen van invoer
BTW-gebied
Er is uitsluitend in de volgende gevallen sprake van invoer:
- goederen worden in Nederland gebracht die nog niet in het vrije verkeer van de EU zijn;
- goederen komen Nederland binnen vanuit een land dat niet tot het BTW-gebied van de EU behoort;
- iemand in Nederland beëindigt een douaneregeling of goederen worden aan een dergelijke regeling onttrokken;
- iemand bevoorraadt vervoermiddelen in Nederland met goederen die niet in het vrije verkeer zijn.
Binnen het vrije verkeer brengen
binnenbrengen
invoerformaliteiten
Het begrip ‘binnenbrengen’ moet u letterlijk opvatten. Als u goederen bijvoorbeeld in de haven van Antwerpen binnenbrengt, is er voor de BTW sprake van invoer en bent u in België in principe invoer-BTW verschuldigd. U moet in het land waar de goederen binnenkomen ook de invoerformaliteiten verrichten, zoals het doen van douaneaangifte en de verschuldigde douanerechten voldoen.
BTW-gebied
Toch behoren enkele gebieden voor douanedoeleinden tot de Europese Unie, maar worden ze voor BTW-doeleinden niet tot het binnenland van de EU gerekend. Als u goederen uit deze gebieden in Nederland binnenbrengt, is hier sprake van invoer. Het gaat om de volgende bijzondere gebieden:
- Andorra;
- de Franse overzeese departementen;
- San Marino;
- de Canarische Eilanden;
- de Alandeilanden;
- de berg Athos;
- de Kanaaleilanden.
Douaneregeling
uitzondering
entrepot
douanerechten
Op de hoofdregel dat bij het brengen van goederen vanuit derde-landen in Nederland sprake is van invoer én dus BTW is verschuldigd, bestaat een uitzondering. Als de goederen bij binnenkomst gelijk onder een douaneregeling worden geplaatst, bent u namelijk (voorlopig) geen BTW verschuldigd. Het gaat om gevallen waarbij goederen:
- worden opgeslagen in een vrij entrepot of douane-entrepot (speciale opslagplaatsen voor douanegoederen);
- onder toezicht van de douane naar een ander land worden doorgevoerd (douanevervoer);
- binnen de EU worden bewerkt en uitgevoerd;
- onder douanetoezicht worden behandeld, waarna de verkregen goederen in het vrije verkeer worden gebracht;
- tijdelijk worden ingevoerd en er voor deze goederen helemaal geen douanerechten betaald hoeven te worden.
Vervoermiddelen bevoorraden
Bij de invoer van goederen is degene die de goederen daadwerkelijk in de EU brengt of de goederen aan een douaneregeling onttrekt BTW-plichtig. Het is in dat geval mogelijk om de verleggingsregeling toe te passen. Hiervoor moet u wel een verzoek indienen.
bedrijfs- administratie
De inspecteur zal u in principe toestemming (ook bekend als ‘artikel 23-codenummer’) verlenen als u:
- geregeld goederen invoert,
- een overzichtelijke bedrijfsadministratie heeft;
- bescheiden kunt overleggen waaruit blijkt dat de goederen voor u zijn bestemd.
Sommige ondernemers zijn verplicht de verleggingsregeling toe te passen. Dat geldt onder meer voor ondernemers en lichamen die vervoermiddelen bevoorraden met goederen die niet in het vrije verkeer zijn.
7.2.2 BTW-heffing
invoerrechten
Bent u de invoerder, dan bent u in principe de BTW verschuldigd op het tijdstip waarop de goederen worden ingevoerd. Op het moment dat u de goederen via een douaneaangifte in het vrije verkeer brengt of onttrekt aan een douaneregeling, legt de douane een ‘uitnodiging tot betaling’ op. Deze vermeldt, naast de verschuldigde invoerrechten, de te betalen BTW. De verschuldigde BTW moet u onmiddellijk voldoen.
U kunt de invoer-BTW via een afzonderlijk verzoek terugkrijgen als de goederen bijvoorbeeld gebreken vertonen, maar bijvoorbeeld ook bij een rekenfout, waardoor u eigenlijk geen BTW verschuldigd bent.
Grondslag
douanewaarde
bestemming
De fiscus berekent de BTW bij invoer over de douanewaarde: de werkelijk te betalen prijs die in rekening wordt gebracht aan degene voor wie de goederen zijn bestemd. Een aanpassing van de douanewaarde is soms nodig om te komen tot de grondslag voor de BTW-heffing. De volgende bedragen tellen ook mee voor de douanewaarde:
- de bijkomende kosten voor commissie, verpakking, vervoer en verzekering tot de plaats van bestemming;
- de belastingen (niet de Nederlandse invoer-BTW) en heffingen bij invoer uit niet-EU-landen.
Vrijstellingen
vrijstelling
levering
Bij invoer geldt soms een BTW-vrijstelling. Deze vrijstelling is aan de orde als u goederen invoert:
- die worden vervoerd naar een ander EU-land waarbij degene die de goederen invoert een intracommunautaire levering verricht waarop het nultarief van toepassing is;
- waarvoor recht bestaat op vrijstelling van douanerechten, zoals huwelijksgeschenken en geërfde goederen;
- die afkomstig zijn uit één van de bijzondere gebieden van enkele EU-landen (zie paragraaf 7.2,1) en waarvoor u recht zou hebben op een vrijstelling van invoerrechten als de goederen afkomstig zouden zijn van buiten de EU;
- waarvan de levering in Nederland altijd is vrijgesteld.