U bent hier

Onderneming & Fiscus
Aansprakelijkheid loonheffingen9. G-rekening9.2 Gebruik rekening

9.2 Gebruik rekening

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: juli 2023

om te beschermen

Om uw onderneming zo veel mogelijk tegen keten- en inlenersaansprakelijkheid te beschermen, kunt u een deel van het factuurbedrag op de geblokkeerde rekening (g-rekening) van de onderaannemer of uitlener (of doorlener) storten. Die kan de g-rekening alleen gebruiken om loonheffingen (en BTW in het geval van uitlening) van te betalen aan de Belastingdienst of om doorstortingen te doen naar andere g-rekeningen.

De Belastingdienst heeft een zogeheten pandrecht op het saldo van de g-rekening. Dat houdt in dat de fiscus het saldo mag gebruiken voor betaling van de loonheffingenschuld die de onderaannemer of uitlener niet betaalt (en bij uitlening ook de BTW-schuld).

Voorwaarden

factuur

nummer of kenmerk

De bescherming die de g-rekening biedt, geldt alleen als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • De factuur van de onderaannemer of uitlener (of doorlener) voldoet aan de eisen van artikel 35a Wet op de omzetbelasting 1968.
  • De factuur van de onderaannemer of uitlener (of doorlener) bevat de volgende gegevens:
    • het nummer of kenmerk – indien aanwezig – van de overeenkomst waarvoor de onderaannemer of uitlener (of confectie-aannemer of doorlener) de gefactureerde prestatie(s) heeft verricht;
    • de periode(s) waarin de prestatie(s) is/zijn verricht;
    • de beschrijving of het kenmerk van het werk waarop de betaling betrekking heeft;
  • De factuurgegevens zijn eenvoudig terug te vinden in uw administratie.
  • U houdt een manurenadministratie bij (zodat de aansprakelijkheid voor het werk is te bepalen).

Vrijwaring

niet meer aansprakelijk

geldt niet

Als aan de voorwaarden wordt voldaan, kan de Belastingdienst uw onderneming niet meer aansprakelijk stellen voor het bedrag dat u op de g-rekening van de onderaannemer of uitlener (of doorlener) heeft gestort. Dat geldt ook als dat bedrag uiteindelijk niet bij de fiscus terechtkomt. Weet u echter of kunt u redelijkerwijs vermoeden dat de onderaannemer of uitlener (of doorlener) het bedrag op de g-rekening niet zal gebruiken om de loonheffingen (en BTW bij inlening) van te betalen, dan geldt de vrijwaring niet.

Storten op g-rekening niet altijd raadzaam

schuld­sanering

In de situatie dat bijvoorbeeld uw onderaannemer failliet is gegaan of uw uitlener is toegelaten tot een wettelijke regeling tot schuldsanering, kunt u beter geen geld storten op zijn g-rekening. Dit geld valt dan namelijk in de (faillissements)boedel van de onderaannemer of uitlener die aan de curator moet worden uitbetaald, waardoor er geen sprake is van een vrijwarende betaling. De Belastingdienst kan uw onderneming als aannemer of inlener in zo’n geval alsnog aansprakelijk stellen voor de verschuldigde loonheffingen. Dat betekent dat uw organisatie dubbel zou moeten betalen!

bovenmatige

De g-rekening biedt uw onderneming zoals gezegd gedeeltelijke vrijwaring van aansprakelijkheid: alleen voor het op de g-rekening gestorte bedrag. Dat betekent dat als het bedrag aan loonheffingen dat nog moet worden betaald hoger is dan het bedrag dat u op de g-rekening van de onderaannemer of uitlener (of doorlener) heeft gestort, de Belastingdienst uw onderneming voor het bovenmatige loonheffingenbedrag nog wel aansprakelijk kan stellen.

Volledige vrijwaring van uw aansprakelijkheid is overigens onder voorwaarden mogelijk, maar alleen bij inlening van personeel (zie paragraaf 8.6).

Bedrag

bedoeling

Uw organisatie spreekt samen met de onderaannemer of uitlener (of doorlener) vooraf af welk deel van het factuurbedrag u precies op zijn g-rekening stort. De bedoeling is dat dit bedrag ongeveer overeenkomt met het bedrag aan loonheffingen (en BTW in het geval van inlening) dat de onderaannemer dan wel uitlener (of doorlener) aan de Belastingdienst moet afdragen.

te weinig afdekt

samen

Bij de bepaling welk bedrag u op de g-rekening stort, is het uiteraard in het belang van uw onderneming dat er niet een te laag bedrag wordt afgesproken, omdat u dan te weinig aansprakelijkheid afdekt. Het is echter in het belang van de onderaannemer of uitlener (of doorlener) dat het afgesproken bedrag niet te hoog is, omdat hij niet eenvoudig over het (overtollige) geld op zijn g-rekening kan beschikken: hij moet dit deblokkeren (zie paragraaf 9.3). U moet dus samen tot een te storten bedrag zien te komen dat in het belang van beide partijen is.

Het is niet (meer) mogelijk om rechtstreeks geld te storten op een rekening van de Belastingdienst. Rechtstreekse storting is dus geen mogelijkheid voor beperking van het aansprakelijkheidsrisico bij aanneming en inlening.

Betrokkenen

Bij het gebruik van een g-rekening hebben alle betrokkenen hun eigen rol:

  • Het is aan de hoofdaannemer of inlener om een deel van het factuurbedrag op de g-rekening van de (onder)aannemer dan wel uitlener (of doorlener) te storten. Bij deze betaling vermeldt de hoofdaannemer of inlener het nummer van de factuur en eventuele andere identificerende gegevens.
  • De aannemer of doorlener kan vanaf zijn g-rekening de verschuldigde loonheffingen (dan wel BTW bij een doorlener) aan de Belastingdienst betalen, en eventueel een deel van het factuurbedrag op de g-rekening van de onderaannemer of uitlener (door)storten.
  • De onderaannemer of uitlener gebruikt zijn g-rekening voor betaling van de verschuldigde loonheffingen (dan wel BTW bij een uitlener) aan de Belastingdienst of doorstorting naar een g-rekening van een andere onderaannemer of uitlener.