U bent hier

5. Octrooirecht

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: augustus 2024

Het octrooirecht beschermt uitvindingen en kent in Nederland drie regelingen naast elkaar: de Rijksoctrooiwet (ROW), het Europees Octrooiverdrag van München (EOV) en het Samenwerkingsverdrag uit, ook wel Patent Cooperation Treaty (PCT) genoemd.

patent

In dit hoofdstuk leest u wat de verschillende regelingen verstaan onder een octrooi, hoe u profijt kunt halen uit het octrooirecht en wanneer sprake is van inbreuk op het octrooirecht. Hoewel de woorden ‘octrooien’ en ‘patenten’ synoniemen van elkaar zijn, zullen we in lijn met de ROW in dit themadossier alleen over ‘octrooien’ spreken.

Om te beginnen, hebben we het Nederlandse octrooi uit de Rijksoctrooiwet 1995 (ROW). Deze wet verving in 1995 de wet van 1910. 5.5.1 Europees Octrooiverdrag De tweede en belangrijkste regeling voor octrooien is die van het Europees Octrooiverdrag van München uit 1973 (EOV), waarbij bijna veertig landen zijn aangesloten. Hieronder vallen ook landen...
Octrooien worden verleend om uitvindingen te beschermen en om aan de uitvinder een tijdelijk monopolie te geven om zijn uitvinding te kunnen exploiteren. 5.2.1 Vereisten Aan een uitvinding worden een aantal eisen gesteld voordat deze octrooieerbaar is. Er moet sprake zijn van een uitvinding, nieuwheid, inventiviteit en vatbaarheid voor toepassing...
Een octrooi komt toe aan de uitvinder of zijn rechtsopvolger (artikel 8 ROW en artikel 60 EOV). Hierbij wordt de aanvrager aangemerkt als de uitvinder. Bij meerdere uitvinders komt het recht toe aan alle uitvinders gezamenlijk. Werknemer doet een uitvinding Als er sprake is van een werknemer die de uitvinding doet, dan verwijst het EOV naar...
Het verkrijgen van een octrooi is, net als bij het verkrijgen van een merk- of modelrecht, een formele aangelegenheid. De verschillende regelingen hebben hun eigen procedures, terwijl bij verlening de octrooien dezelfde rechtsgevolgen hebben (artikel 49 ROW en artikel 64 lid 1 EOV). Een overeenkomst tussen de regelingen is dat bij elke aanvraag...
Op basis van een octrooi kunt u als octrooihouder als enige uw uitvinding economisch exploiteren, zoals het in het verkeer brengen van de uitvinding. Artikel 53 lid 1 ROW geeft een opsomming van exploitatievormen die gelden voor octrooien van alle drie de regelingen. Enkele voorbeelden zijn: het vervaardigen; in het verkeer brengen; gebruiken;...
Omdat u als octrooihouder het tijdelijke monopolie heeft op uw uitvinding, kunt u zoals u hiervoor kon lezen ervoor kiezen om als enige uw uitvinding te fabriceren, te gebruiken of te vermarkten. 5.6.1 Licentie op octrooi verlenen U kunt desgewenst ook een licentie op uw octrooi verlenen aan derden (artikel 56 ROW). Dit gebeurt doorgaans op basis...
Als octrooihouder kunt u anderen op basis van uw exclusieve recht verbieden in of voor zijn onderneming gebruik te maken van de uitvinding (artikel 70 jo. 53 lid 1 ROW). Als een derde dit toch doet, is er sprake van directe inbreuk. Indirect Als derden bedrijfsmatig wezenlijke bestanddelen van de uitvinding aanbieden of leveren zonder uw...