U bent hier

3.2 De dynamiek in organisaties

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: januari 2024

Bij het kiezen van de juiste strategie moet u weten wat er gebeurt wanneer u aan welk knopje draait. In het 7S-model zag u al welke facetten van belang zijn in uw organisatie, maar moet u nu bijvoorbeeld meer strategie toevoegen of andere werknemers aantrekken als uw organisatie uit evenwicht lijkt te zijn? Aan de hand van de theorie over strategisch veranderen van Amerikaans organisatieadviseur Noel Tichy weet u op welke manier u de verandering van uw organisatie het beste kunt vormgeven.

TPC-model

Tichy beschrijft in zijn theorie de technische, politieke en culturele dynamiek die in organisaties spelen. In zijn optiek zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hij stelt ze voor als een touw, waarin verschillende draden met elkaar verweven zijn.

Als u uw organisatie in beweging wilt krijgen, moet u deze drie systemen én hun onderlinge verhouding in kaart brengen.

Dynamieken

Tichy ziet de verschillende dynamieken die in organisaties spelen als volgt.

  • De technische dynamiek verwijst naar alles wat intern georganiseerd wordt, zowel qua structuur als qua processen.
  • De politieke dynamiek verwijst naar de manieren waarop binnen een organisatie beslissingen worden genomen. Wie heeft welke macht en op welke manier wordt die uitgeoefend?
  • De culturele dynamiek verwijst naar alle normen, waarden, gewoonten, gebruiken en rituelen binnen een organisatie.

Tichy ziet organisaties als een verzameling sociale systemen die onderling met elkaar verband houden. Daar doorheen spelen de technische, politieke en culturele dynamieken. Als uw organisatie wil veranderen, staan de systemen volgens het volgende model met elkaar in verband:

  • Input. Een organisatie kan nooit los gezien worden van haar geschiedenis en haar omgeving. Bij een verandering borduurt u dus voort op de geschiedenis.

leren

Hoe graag uw organisatie misschien ook zou willen, helemaal opnieuw beginnen is bij verandermanagement niet mogelijk.

  • Missie en visie. Als u een veranderproces inzet, moeten de redenen waarom u dat doet helder zijn. Waar wilt u naartoe om wat te bereiken?
  • Taken. Uit de missie en de visie volgen logischerwijs de taken die uitgevoerd moeten worden.
  • Formeel netwerk. Er moeten heldere, formele afspraken gemaakt worden over wie welke taken op welke manier uitvoert.
  • Organisatorische processen. Het gaat hierbij om de besluitvorming en de communicatie, maar ook om de informatieverdeling en -vastlegging.
  • Informele netwerken. Deze verwijzen naar de manier waarop werknemers met elkaar werken. Hoe leren ze van elkaar en hoe stimuleren en motiveren ze elkaar?
  • Output. Deze term heeft betrekking op de doelen en resultaten die uw organisatie wil (be)halen.

Het gaat bij de output om de zakelijke resultaten, maar ook om deelresultaten per organisatieonderdeel of meer ‘zachte’ resultaten, zoals ‘werkplezier’ of ‘maatschappelijk verantwoord werken’.