11.1 Juridische aspecten
statuten
Een stichting is een rechtspersoon. Stichtingen kunnen dus contracten aangaan, moeten aan betalingsverplichtingen voldoen en kunnen failliet gaan. Om een stichting op te richten moet u langs de notaris. Een notariële akte is verplicht. De statuten bevatten in elk geval de volgende punten:
- wat de naam van de stichting is;
- het doel dat de stichting nastreeft;
- hoe bestuurders worden benoemd;
- in welke plaats de statuten zijn gevestigd;
- hoe het geld van de stichting wordt besteed.
handels-register
U moet de stichting inschrijven in het handelsregister. Het is gebruikelijk dat de notaris na oprichting zorgdraagt voor deze inschrijving. Bij het oprichten van een stichting schrijft de notaris ook de Ultimate Beneficial Owners (UBO’s) in het UBO-register (zie hoofdstuk 4).
Raad van Toezicht
Een stichting moet een bestuur hebben. Vaak bestaat dit bestuur uit een voorzitter, secretaris en een penningmeester. Daarnaast kan de stichting een Raad van Toezicht hebben, die het handelen van het bestuur controleert en advies geeft.
Stichting administratiekantoor
KvK
bedrijfs- opvolging
Een bijzondere stichting is de stichting administratiekantoor (STAK). De STAK en haar bestuurders schrijft u in bij de KvK. De certificaathouders hoeft u niet in te schrijven. Deze stichting wordt veel gebruikt voor de volgende situaties:
- bij bedrijfsopvolging en vermogensoverdracht aan de volgende generatie;
- het waarborgen van anonimiteit van de uiteindelijk winstgerechtigde;
- uitgeven van certificaten als werknemersparticipaties.
stemrecht
dividend
Een STAK is een stichting die wordt opgericht om de twee rechten van een aandeel in een bv los te koppelen: het stemrecht in de algemene vergadering en het recht op dividenduitkering. De STAK houdt de aandelen van de bv en geeft op haar beurt weer certificaten uit die enkel recht op dividend geven. De STAK wordt opgericht bij de notaris. Wilt u vervolgens certificaten overdragen, dan hoeft dit niet bij de notaris te gebeuren.
Bestuurdersaansprakelijkheid
verwijtbaar gehandeld
decharge
U bent als bestuurder en/of oprichter niet aansprakelijk voor zaken van de stichting. Dit is uiteraard anders als u verwijtbaar heeft gehandeld. Als u bewust schuldeisers benadeelt door bijvoorbeeld geld aan de stichting te onttrekken, dan kan dat leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid. Decharge moet voorkomen dat de stichting tot in lengte der dagen bij u als bestuurder kan aankloppen voor eventuele schade die zij lijdt naar aanleiding van het gevoerde beleid. In de statuten kan bijvoorbeeld staan dat de Raad van Toezicht of de kascommissie decharge kan verlenen. Ontbreekt er een toezichthoudend orgaan, dan kan het bestuur zelf decharge verlenen. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat het bestuur uit meerdere personen bestaat.