7.3 Deelnemingsvrijstelling
Als boven de werk-bv een holding-bv hangt, die de (mede-)aandeelhouder is van de werk-bv, kunt u als dga onder voorwaarden de in de werk-bv gemaakte winsten zonder fiscale gevolgen overhevelen naar de holding-bv. Dit is toegestaan op grond van de zogenoemde deelnemingsvrijstelling.
7.3.1 Toepassing
De deelnemingsvrijstelling houdt in dat eenmaal in de werk-bv met VPB belaste winsten niet nogmaals aan dezelfde belasting worden onderworpen in de holding. De deelnemingsvrijstelling is in beginsel alleen van toepassing als een holding-bv (de moeder) voor ten minste 5% van het nominaal gestorte kapitaal aandeelhouder is in een andere bv (de dochter). Dit geldt onder voorwaarden ook als de dochter een buitenlandse vennootschap is.
Verliezen
De verliezen van een werk-bv kunt u maar één keer verrekenen en niet daarna ook nog eens aan de holding-bv overdragen. Een uitzondering op deze regel vormen de liquidatieverliezen van de werk-bv: deze verliezen zijn voor de holding wel fiscaal te verrekenen.
7.3.2 ‘Zware’ werk-bv
Is er geen holdingstructuur, dan zitten alle bezittingen van de onderneming in de werk-bv. De voorbereiding van de verkoop kost gemiddeld zo’n vijf jaar. Die tijd is nodig om de werk-bv ‘licht’ te maken en er voor te zorgen dat de onderneming financieel en organisatorisch op orde is. Maakt u als verkopende partij gebruik van een holdingstructuur, dan kan deze overwinst die in de werk-bv zit, dankzij de deelnemingsvrijstelling zonder fiscale gevolgen overbrengen naar de holding, zodat de aandelen ‘licht’ zijn.
7.3.3 Overnamesom
Een onderneming die geheel is ondergebracht in één bv is meestal aanzienlijk moeilijker te verkopen dan een onderneming die is opgesplitst in een holding-bv en een werk-bv (of een aantal werk-bv’s).
Voorbeeld
Stel dat de dga een hypotheekvrij bedrijfspand in de bv heeft. Dan moet de koper niet alleen een overnamesom betalen voor de ondernemingsactiviteiten, maar ook de financiering rondkrijgen voor de overname van het pand. De winstreserves die zich in de bv bevinden maken de transactie dus alleen maar duurder. Is het bedrijfspand in de holding-bv ondergebracht, dan speelt dit probleem niet. Alle niet tot de feitelijke ondernemingssfeer behorende activa en passiva zijn zoveel mogelijk overgeheveld naar de holding-bv.
7.3.4 Uitstel van belastingheffing
Naast een betere verkoopbaarheid heeft een holdingstructuur als bijkomend voordeel dat u als dga de aanmerkelijkbelangheffing bij verkoop uitstelt. Als er maar één bv is, leidt verkoop, zoals eerder aangegeven, onherroepelijk tot afrekenen bij de fiscus. U moet over de verkoopopbrengst – het verschil tussen verkrijgingsprijs en vervreemdingsprijs van de aandelen – belasting betalen in box 2. Is de onderneming opgesplitst in een holding-bv en een werk-bv, dan kunt u de verkoopopbrengst van de werk-bv op grond van de deelnemingsvrijstelling uitkeren aan de holding-bv, zonder dat daarover op dat moment een heffing plaatsvindt. De IB-heffing komt pas aan de orde wanneer u de aandelen van de holding-bv vervreemdt of wanneer u vanuit de holding-bv dividenduitkeringen doet.
7.3.5 De earn-outregeling
Verkopende en kopende partijen kunnen een zogenoemde earn-outregeling afspreken, waarbij de verkoopprijs bijvoorbeeld bestaat uit een vast bedrag in het jaar van verkoop en een aantal winstafhankelijke bedragen in de daaropvolgende jaren. Deze latere betalingen vallen onder de deelnemingsvrijstelling. Dit geldt ook voor latere betalingen als gevolg van aanpassingen op de verkoopprijs van de deelneming.