5.4 Afspiegelingsbeginsel
welke werknemers
uitgangspunt
met kortste dienstverband
Bij een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen moet uw onderneming meestal het zogeheten afspiegelingsbeginsel toepassen. Dit beginsel bepaalt welke werknemers als eerste voor ontslag in aanmerking komen en moet zorgen voor een evenredige verdeling van de benodigde ontslagen over het personeelsbestand. Het uitgangspunt van het afspiegelingsbeginsel is dat de leeftijdsopbouw binnen een bepaalde functiegroep voor en na de ontslagen zo veel mogelijk gelijk blijft. Per leeftijdsgroep is het de werknemer met het kortste dienstverband die moet vertrekken.
Als in de cao die voor uw onderneming geldt andere regels zijn opgenomen, is het afspiegelingsbeginsel niet van toepassing. Hiervoor moet dan wel een onafhankelijke ontslagcommissie de ontslagen van tevoren toetsen.
Afspiegelen
in groepen verdelen
Voordat uw onderneming überhaupt aan afspiegelen toekomt, moet u eerst al uw werknemers in groepen verdelen:
berekenen
eerst uit groep 1
U moet berekenen hoeveel arbeidsplaatsen – uitgedrukt in aantal fulltime-equivalenten (fte’s) – er komen te vervallen. Dan verdeelt u uw werknemers in groepen met uitwisselbare functies. Dit zijn functies die vergelijkbaar zijn wat betreft functie-inhoud, vereiste kennis, vaardigheden en competenties, tijdelijke of structurele aard, niveau en beloning. U moet vervolgens eerst de arbeidskrachten uit groep 1 ontslaan, pas dan gaat u het afspiegelingsbeginsel toepassen. Let op dat als u de arbeidskrachten uit groep 1 niet eerst ontslaat, UWV uw onderneming geen ontslagvergunning zal toekennen voor werknemers uit de overige groepen.
splitsing
Voor het afspiegelen maakt u per groep uitwisselbare functies een splitsing over de volgende vijf leeftijdscategorieën:
- 15 tot en met 24 jaar;
- 25 tot en met 34 jaar;
- 35 tot en met 44 jaar;
- 45 tot en met 54 jaar;
- 55 jaar en ouder.
Per leeftijdscategorie binnen een functiegroep bepaalt u het aantal te vervallen arbeidsplaatsen. Vervolgens stelt u per leeftijdscategorie vast wie in aanmerking komt voor ontslag, waarbij u eerst de werknemers uit (achtereenvolgens) de groepen 2, 3 en 4 moet ontslaan. Pas daarna kunt u werknemers uit groep 5 ontslaan. Per groep komt altijd als eerste de werknemer met het kortste dienstverband voor ontslag in aanmerking. Bij een gelijke lengte aan dienstverband mag de werkgever de ontslagkeuze vrij maken.
Voorbeeld toepassing afspiegelingsbeginsel
ingedeeld in groepen
evenredig verdelen
Stel dat uw onderneming 20 werknemers moet ontslaan om bedrijfseconomische redenen. Nadat u eerst de werknemers heeft ingedeeld in groepen uitwisselbare functies en externe arbeidskrachten heeft laten gaan, moet u nog vijf werknemers ontslaan binnen een bepaalde functiegroep. U bepaalt dan per leeftijdscategorie in die functiegroep wat hun aandeel is. Als in de betreffende functiegroep 15 werknemers werken van wie twee in de categorie 25 tot en met 34 jaar, betekent dit dat u uit deze categorie 2 ÷ 15 × 5 = 0,67, afgerond één werknemer moet ontslaan. Voor dit ontslag komt dan als eerste in aanmerking een oproepkracht met een nulurencontract – aangezien deze leeftijdscategorie geen AOW’ers heeft – anders een tijdelijke werknemer en anders een vaste werknemer. Deze berekening maakt u per leeftijdscategorie om het aantal ontslagen evenredig over de leeftijdscategorieën binnen de groepen uitwisselbare functies te verdelen.
Afwijking
aantoonbaar onmisbaar
maximaal 10% erbuiten
In sommige situaties mag u afwijken van het afspiegelingsbeginsel. Dat is sowieso het geval voor werknemers:
- die onder toezicht en leiding van een derde werken, en die opdrachtgever de arbeidskracht niet wil ruilen voor een andere (de zogeheten hardheidsclausule);
- die aantoonbaar onmisbaar zijn, oftewel zulke kennis en bekwaamheden hebben dat hun vertrek bezwaarlijk zou zijn voor het functioneren van uw onderneming;
- die een arbeidsbeperking hebben;
- voor wie de loonkostensubsidie is vervallen;
- voor wie een opzegverbod geldt.
niet meer ontslagen
Verder bepaalt de wet dat u maximaal 10% van de werknemers die op grond van het afspiegelingsbeginsel in aanmerking komen voor ontslag, erbuiten mag houden. Het moet hierbij gaan om werknemers die bovengemiddeld presteren of over een bovengemiddelde potentie beschikken. Als voorwaarde bij deze afwijking geldt dat die mogelijkheid moet zijn afgesproken in de cao die voor uw onderneming geldt en dat de afwijking er niet voor zorgt dat er meer ontslagen vallen in de leeftijdscategorieën 15 tot en met 25 jaar en 55 jaar tot de AOW-leeftijd.