U bent hier

6.1 Afbouwen in uren

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: juli 2021

werkritme

Het ligt voor de hand dat werknemers die het rustiger aan willen doen, minder uren gaan werken. Zo krijgen ze meer tijd om hun leven naast het werk in te richten en te wennen aan een ander werkritme. De werkgever kan dit zelf regelen of er zijn afspraken over gemaakt in de cao. Meestal heeft teruggaan in uren financiële gevolgen. Daarnaast moet u opletten dat de werkdruk niet toeneemt; als de werknemer hetzelfde werk moet blijven doen in minder uren, dreigt hoge werkdruk en stress. Het risico op verzuim neemt dan toe. Wees hier alert op en neem tijdig maatregelen.

6.1.1 Contract aanpassen

Eén van de manieren om minder uren te gaan werken, is simpelweg het contract aanpassen. De werknemer kan bijvoorbeeld twee jaar voor zijn pensioen van 36 uur teruggaan naar 24 uur en een jaar voor zijn pensioen verder afbouwen naar 18 uur. Uw werkgever hoeft voor deze aanpassing geen nieuwe arbeidsovereenkomst te sluiten. Hij kan gewoon het bestaande contract – meestal een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd – aanpassen.

Gevolgen voor het loon

belastingschaal

Uiteraard heeft een aanpassing van het contract direct gevolgen voor het loon van de werknemer. Dit is immers gebaseerd op het aantal uren dat hij werkt (de arbeidsduur). Bespreek deze gevolgen met de werknemer. Daarbij is het zaak niet alleen te kijken naar het brutoloon, maar ook naar het nettoloon. Als de werknemer in een lagere belastingschaal terechtkomt door de daling in loon, kan de nettoachteruitgang immers kleiner zijn dan de brutoachteruitgang.

Ook het pensioen – oftewel het uitgestelde loon – zal hierdoor lager uitvallen. De werknemer bouwt immers pensioen op over zijn loon. Daalt het loon, dan daalt de pensioenopbouw mee. Ook dit moet de werknemer weten en meewegen bij zijn beslissing.

Gevolgen voor het werk

gevolg

Het is mogelijk dat een werknemer zijn huidige werkzaamheden niet kan blijven uitvoeren als hij minder gaat werken, bijvoorbeeld omdat het werk niet in minder uren gedaan kan worden of omdat de werknemer voor die functie veel aanwezig moet zijn. Ook die gevolgen moet u met de werknemer bespreken. Ander werk kan een logisch gevolg zijn van een beperking van de werkuren. Is de werkgever hiervoor wel gemotiveerd? De werknemer moet dan zelf bedenken of hij die verandering acceptabel vindt.

6.1.2 Generatiepact

arbeidsduur

varianten

Een manier om ‘deeltijdwerk’ te regelen, is met een zogenoemd generatiepact. Dit is vaak afgesproken in de cao. Het uitgangspunt hiervan is dat werkgevers jongere werknemers aannemen als oudere werknemers minder gaan werken. Maar dat is geen voorwaarde. Organisaties passen hierbij vaak de 80/90/100-regeling toe. Dat betekent dat de werknemer 80% van zijn eerder overeengekomen arbeidsduur gaat werken, maar 90% van zijn loon blijft ontvangen. De pensioenopbouw gaat door alsof de werknemer nog 100% van zijn oude arbeidsduur werkt. Ook andere varianten zijn mogelijk, net als meerdere varianten in één generatiepact, bijvoorbeeld door werknemers in ploegendienst een ruimere regeling te bieden.

De werknemers kunnen bijdragen aan de financiering van een generatiepact door bijvoorbeeld het inleveren van seniorendagen. Let op de voorwaarden en voorkom dat de fiscus een generatiepact aanmerkt als een regeling voor vervroegd uittreden.

6.1.3 Vakantie of verlof benutten

De werknemer hoeft niet in alle gevallen zijn contract aan te passen als hij minder wil gaan werken. Er zijn ook andere mogelijkheden.

Vakantiedagen kopen

winstdeling

De werknemer kan opgespaarde vakantiedagen gebruiken of van bijvoorbeeld zijn loon of de winstdeling meer vakantiedagen aankopen. Als hij die gedurende een periode gespreid opneemt, bereikt hij hetzelfde resultaat. In de praktijk is de teruggang in uren dan wel beperkt, net als de periode waarover de werknemer minder kan werken. Hij kan immers niet onbeperkt vakantie opsparen of bijkopen. Bovendien moet hij wel zijn werk kunnen afkrijgen. De mogelijkheden zijn dus beperkt.

Door vakantiedagen in te zetten, blijft het contract in stand en daardoor in veel gevallen de pensioenopbouw ook. Koopt de werknemer vakantiedagen van zijn loon, dan kan de pensioengrondslag wel dalen.

Verlof spreiden

verlofdagen

De werknemer kan ook kijken op welke verlofvormen hij een beroep kan doen. Mogelijk zijn er in de cao speciale verlofdagen voor oudere werknemers opgenomen. Dit komt echter steeds minder vaak voor. Wel kan de werknemer onbetaald verlof opnemen. Uiteraard gaat hij er dan wel in salaris op achteruit. Maar hij behoudt dan wel het recht om weer gewoon zijn oude aantal uren te gaan werken als hij daarvoor kiest. Zijn contract is immers gewoon in stand gebleven.

Levensloopregeling eindigt nu echt

sparen

Met de levensloopregeling konden werknemers fiscaal voordelig sparen voor verlof, als de werkgever dat faciliteerde. De levensloopregeling is per 2012 officieel beëindigd en de overgangsregeling eindigt op 1 november 2021. Werknemers hebben tot 31 oktober 2021 de tijd om de waarde van de levensloopaanspraak geheel of gedeeltelijk uit te laten betalen door de werkgever. Ook kunnen ze ervoor kiezen dit om te zetten in een aanspraak in een pensioenregeling.

kosten

Onbetaald verlof kan ook gevolgen hebben voor de pensioenopbouw. Welke gevolgen dit precies zijn, kan per pensioenregeling verschillen. Vaak betaalt de werkgever geen premie over de verlofuren. Eventueel kan de werknemer ervoor kiezen om de volledige premie voor die uren zelf te betalen. Dit betekent echter extra kosten gecombineerd met minder inkomsten vóór het pensioen.