U bent hier

3.2 Instrumenten voor uw vitaliteitsbeleid

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: juli 2021

Het aantal instrumenten dat u kunt inzetten voor uw vitaliteitsbeleid, is bijna eindeloos. Wel zijn bepaalde instrumenten krachtiger om de vitaliteit van oudere werknemers te stimuleren dan andere.

3.2.1 Veilig en gezond werken

gevaar

overlap

Ten eerste is het natuurlijk van groot belang dat werknemers hun werk kunnen doen zonder gevaar voor hun veiligheid en gezondheid. Hieronder valt alles van brandpreventie en valgevaar tot goed passende bureaustoelen en pauzesoftware. Het voorkomen van arbeidsongevallen en beroepsziekten valt onder het arbobeleid en is uw verantwoordelijkheid. Waar het arbobeleid overlap heeft met het hr-beleid, zoekt u samenwerking met uw hr-collega. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het creëren van gezonde werkroosters, het aanbieden van coaching en opleiding, en het organiseren van onderzoeken. Oudere werknemers lopen meer risico’s om gezondheidsklachten te krijgen door het werk. Vooral als zij werk doen waarin ze worden blootgesteld aan fysieke en psychosociale arbeidsbelasting (PSA) of werken in nacht- en ploegendiensten. Als overbelasting dreigt, moet u maatregelen nemen. Risicofactoren zijn:

  • werken in onregelmatige of nachtdiensten;
  • zware lichamelijke belasting;
  • hoge werkdruk en gebrek aan autonomie;
  • hoge cognitieve belasting.

3.2.2 Gezonde arbeidstijden en rusttijden

rust

Gezonde werktijden en rusttijden hebben veel invloed op de vitaliteit van werknemers. Dit geldt eens te meer voor oudere werknemers. Zij hebben gemiddeld genomen meer behoefte aan voldoende rust. Ploegendiensten en nachtdiensten worden als zwaarder ervaren naarmate mensen ouder worden. Afspraken over werktijden en rusttijden horen dus thuis in het vitaliteitsbeleid.

Werk- en rusttijdenmanagement is een beleidsonderdeel dat zowel bij arbo als bij HR thuishoort. Werktijden hebben immers invloed op zowel de gezondheid en veiligheid van de werknemer als op de praktische organisatie van het werk.

Nachtwerk

advies

basisregel

Werken in de nachtelijke uren is niet goed voor de gezondheid. Nachtwerk kan invloed hebben op het ontstaan van diabetes type 2, hart- en vaatziekten en slaapstoornissen. Dat risico neemt toe naarmate de periode waarin nachtwerk wordt gedaan langer is en naarmate de leeftijd stijgt. Niet voor niets is het advies van de Gezondheidsraad om nachtwerk zo veel mogelijk te beperken. Om werknemers te beschermen tegen de belasting van werken in de avond en nacht, zijn er regels opgenomen in de Arbeidstijdenwet (ATW). Basisregel is dat de werknemer maximaal tien uur per nachtdienst werkt (bij een normale dienst is het maximum 12 uur). Werknemers die ouder zijn dan 55 jaar mogen geen nachtdiensten draaien, behalve als het gaat om een deel van een dienst die doorloopt na 22.00 uur en op z’n hoogst tot middernacht duurt. Deze maatregel is bedoeld om arbeidsongeschiktheid te voorkomen.

Gezondheidsschade voorkomen

verbod

Veel cao’s hebben regelingen voor ouderen: de mogelijkheid om geen nacht- of andere onregelmatige diensten te draaien of zelfs een verbod erop. In dat laatste geval kan de werkgever werknemers door scholing of loopbaanplanning voorbereiden op een eventuele overstap op termijn uit de onregelmatige of nachtdienst naar een andere functie in de organisatie. Dit kan helpen gezondheidsschade te voorkomen.

Toch zijn er ouderen die het prettig vinden om nachtdiensten te draaien en er juist geen moeite mee hebben. Zij kunnen in overleg met de werkgever kijken of ze hierover andere afspraken kunnen maken. Die afspraken moeten elk jaar opnieuw gemaakt worden. De bedrijfsarts moet toestemming geven voor het verrichten van nachtarbeid. Ook moet u nachtwerkers een PAGO aanbieden.

Ploegendiensten

voorkeuren

Werknemers kunnen vanaf hun 50e moeite krijgen met het werken in ploegendienstverband en het draaien van onregelmatige diensten. Zeker als ze dit al langere tijd doen. Naast het letten op de naleving van de voorgeschreven werktijden kunt u de risico’s beheersen door een optimale roosterplanning en rekening te houden met de voorkeuren van werknemers. Daarbij speelt de levensfase waarin een werknemer zit, een grote rol. Het is dus logisch om ook het roosterproces onder te brengen in het vitaliteitsbeleid.

Zware fysieke belasting

Overbelasting moet altijd voorkomen worden, maar bij ouderen is dit nog belangrijker. Met het ouder worden neemt de belastbaarheid af. Vooral bij zware lichamelijke arbeid is het zaak op tijd maatregelen te nemen om beroepsziekten te voorkomen. Klachten aan het bewegingsapparaat (nek, heup, knieën en rug) komen veel voor. Om te voorkomen dat een oudere medewerker hierdoor langdurig uitvalt, moet u goed naar zijn werkvermogen kijken: wat kan hij nog doen? Dit kan bijvoorbeeld met de Work Ability Index (WAI).

De werkgever kan de belasting verminderen door bijvoorbeeld taakroulatie, andere organisatie van het werk, ander takenpakket en hulpmiddelen verstrekken die het werk lichter maken.

3.2.3 Gezonde levensstijl stimuleren

alcohol

Een belangrijk onderdeel van ieder vitaliteitsbeleid is het stimuleren van een gezonde levensstijl. Hierbij kunt u denken aan stoppen met roken-campagnes, verantwoord omgaan met de consumptie van alcohol, tips en voorlichting geven over gezonde voeding en voldoende beweging. Zaken die voor alle werknemers belangrijk zijn, maar vooral voor ouderen die werken in onregelmatige diensten en nachtdiensten.

Roken en drinken

rookruimtes

In Nederland hebben alle werknemers recht op een rookvrije werkplek en dus is het verboden om te roken op het werk. Roken in speciale rookruimtes is ook aan banden gelegd. Alle rookruimtes in (semi-)publieke en openbare gebouwen, zoals in ziekenhuizen en sportkantines zijn met ingang van 1 juli 2021 gesloten. Per 1 januari 2022 zijn rookruimtes in het bedrijfsleven verleden tijd.

U kunt medewerkers helpen door cursussen stoppen met roken aan te bieden. Dit kan onbelast als deze kunnen worden aangemerkt als arbovoorziening. De cursus moet dan wel onderdeel zijn van het arboplan. Het is dus zaak dat u (dit deel van) het vitaliteitsbeleid op papier zet.

Ook het gebruik van alcohol ligt tegenwoordig wat meer onder een vergrootglas. In het Nationaal Preventieakkoord dat de overheid heeft gesloten met meer dan 70 maatschappelijke organisaties, wordt het gebruik van alcohol flink ontmoedigd. Als werknemers behoorlijk wat drank gebruiken, of er heerst een cultuur waarin het normaal is dat er alcohol wordt gedronken, is het zinvol dit mee te nemen in uw beleid.

Gezonde voeding

snacks

Zorgen voor een gezond voedingsaanbod op de werkvloer is onmisbaar in ieder vitaliteitsbeleid. Beperk het aanbod van snoep en snacks in automaten en kantines en bied in plaats daarvan gezonde alternatieven aan. U kunt ook een abonnement op werkfruit nemen, zodat werknemers elke dag gratis fruit kunnen pakken. Zorg in het bedrijfsrestaurant voor voldoende vegetarische opties, magere varianten van voedingsproducten, producten met minder zout en suiker en gezonde salades. Om tot een gezond aanbod in de bedrijfskantine te komen, kunt u gebruikmaken van de Richtlijnen gezondere kantines van het Voedingscentrum.

gezonde alternatieven

Tijdens de nachtdienst kan gezonde voeding helpen om alert en energiek te blijven. Eiwitrijk en licht verteerbaar voedsel draagt daaraan bij, net als het drinken van voldoende water en (kruiden)thee. De verleiding om ’s nachts te kiezen voor de makkelijke (vette) snack ligt constant op de loer. Maak dit dus moeilijk en zorg voor gezonde en smakelijke alternatieven die ook ’s nachts verkrijgbaar zijn.

Voldoende bewegen

calorieën

fietsen

Een gezond bewegingspatroon kunt u ook op het werk stimuleren. Kijk om te beginnen naar de inrichting van het bedrijfspand. Daarmee kunt u beweging stimuleren. Zorg dat werknemers een stukje moeten lopen naar de koffieautomaat en de printer. Is er in uw bedrijfspand een lift, dan kunt u daar een bordje ophangen met hoeveel calorieën werknemers verbranden als ze in plaats daarvan de trap pakken. Lunchwandelen is vaak een initiatief van werknemers zelf. U kunt dit stimuleren door werknemers de ruimte te geven voor een wat langere pauze. Fietsen naar het werk – of naar de trein voor wie van verder komt – is een prima manier om dagelijks te bewegen. Er zijn mogelijkheden voor de werkgever om dit fiscaal aantrekkelijk te stimuleren met een fiets van de zaak.

Om gezond gedrag te bevorderen, is goede voorlichting belangrijk. Daarbij is positieve communicatie effectiever; straffen helpt niet, belonen wel. Laat dus zien wat het oplevert.

Bedrijsfitness

Bedrijfsfitness is een van de instrumenten om werknemers in beweging te krijgen. Dit kan uw werkgever fiscaal aantrekkelijk doen door op de werkplek ter beschikking gestelde bedrijfsfitness aan te bieden. Voor fitness buiten de werkplek gelden andere fiscale regels, maar ook hierin zijn mogelijkheden.