2.4 Verantwoording afleggen
beleid
Bestuursleden, voorgedragen door de ALV, hebben een ruime mate van beleidsvrijheid. De ALV kan u niet zomaar opdracht geven om de vereniging volgens een specifiek beleid te besturen. Met andere woorden, er is niet zoiets als een instructiebevoegdheid. Wel zult u zich als bestuurder bij het uitoefenen van beleid moeten houden aan de statuten en reglementen van de vereniging. En natuurlijk moet u zich bewust zijn van het controlerende karakter van de ALV en de instrumenten die daarbij horen. Voor uw gevoerde beleid zult u zich op de algemene ledenvergadering moeten verantwoorden. Aan wanbeleid of beleid waarvoor een meerderheid van de leden niets voelt, hangt altijd een prijskaartje: u kunt ervoor als verantwoordelijke bestuurder door de ALV worden geschorst of uit uw functie worden ontheven (zie ook paragraaf 2.5.1).
Het dagelijks leiden van een vereniging door het bestuur is een wettelijke bevoegdheid die de ALV moet respecteren. U kunt als bestuurder met meerderheid van stemmen worden geschorst of ontslagen door de ALV, maar de wettelijke bevoegdheid om beleid te maken en uit te voeren kan u als bestuur niet worden ontnomen.
Decharge
ontheven
fouten
Om te voorkomen dat een bestuurder tot in de lengte der jaren kan worden aangesproken op zijn beleid, bestaat er zoiets als een decharge. Bij decharge wordt u als bestuurder van verdere verantwoording ontheven. Dit instrument wordt toegepast op de jaarlijkse algemene ledenvergadering. De leden van de vereniging geven ermee aan dat u volgens hen uw taak in de voorbije periode naar behoren heeft vervuld. Zo kan bijvoorbeeld een penningmeester die decharge is verleend nadien niet meer verantwoordelijk worden gesteld voor fouten in de jaarrekening.
Let erop dat een decharge – het kwijtschelden van de verantwoordelijkheid – een gelimiteerde werking heeft. Externe partijen kunnen een bestuurder nog steeds aansprakelijk stellen als zij menen schade te hebben opgelopen door onbehoorlijk bestuur.