2.10 Pensioenleeftijd
In het pensioenreglement is de pensioenleeftijd opgenomen. Tot de pensioenleeftijd kan een deelnemer pensioen opbouwen. Hierbij kan het gaan om de AOW-leeftijd, maar bijvoorbeeld ook om de (fiscale) pensioenleeftijd van 68 jaar. Deelnemers mogen onder voorwaarden ook op een eerder moment (in plaats van op de reglementaire pensioenleeftijd) hun pensioen laten uitkeren. Ook dit is in het pensioenreglement geregeld. Als vanzelfsprekend is de levenslange pensioenuitkering dan wel lager.
AOW-leeftijd
automatisch eindigen
Verwar de pensioenleeftijd in het pensioenreglement niet met de leeftijd waarop de arbeidsovereenkomst automatisch eindigt. In de regel is dat de AOW-leeftijd, tenzij uw organisatie in de arbeidsovereenkomst heeft opgenomen dat de arbeidsovereenkomst op een later moment eindigt (bijvoorbeeld op het moment dat de pensioenleeftijd uit het pensioenreglement wordt bereikt).