6. Het slechtnieuwsgesprek
Slechtnieuwsgesprekken zijn waarschijnlijk de gesprekken waar u het meest tegen opziet. U moet in zulke gesprekken namelijk iets vertellen wat niet leuk gevonden gaat worden. Toch zijn dit qua structuur en gespreksverloop misschien wel de makkelijkste formele gesprekken om te houden: ze verlopen meestal via hetzelfde, voorspelbare patroon. Het is de uitdaging om dit patroon te herkennen en daar op de juist manier op in te spelen.
ongeloof
krachtterm
Doet u in gedachten weer even mee? Stel u voor dat u uw fietssleutel uit uw jas wilt halen omdat u ergens heen wilt, maar in een lege binnenzak grijpt. Eerst voelt u ongeloof, terwijl u nogmaals voelt: Ik had hem er toch zeker weten in gedaan! De kans is groot dat er nu een krachtterm volgt, of in ieder geval een grom. Misschien heeft u hem in een andere jas gestopt? U belt uw partner, die van niets weet.
Diepe zucht
En zo kan dit nog wel even doorgaan. Heel even is er een moment waarop u denkt: Lekker dan, laat dat hele fietsplan maar zitten. Maar dan komt met een diepe zucht toch de gedachte: Dan maar met de auto, bus of benenwagen?.
Het proces dat u hier doorlopen heeft, doorlopen alle mensen op het moment dat ze met verlies te maken hebben. Bij een zeer belangrijk verlies (zoals de dood van een dierbare) duurt elke stap langer en is deze veel intenser.