U bent hier

9.4 Bijzonderheden

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: oktober 2016

Bij ingeleende krachten is de gezagsverhouding bepalend voor de vraag wie aansprakelijk kan worden gesteld. De belangrijkste vraag is: wie geeft de opdrachten op de werkplek? Dat is meestal de inlener. Die heeft dan ook zorgplicht. Maar de uitlener ontspringt de dans niet: hij moet erop toezien dat uitgeleende krachten veilig en gezond kunnen werken.

Ook bescherming in het buitenland

dezelfde arbeidsvoorwaarden

Als een flexwerker, zoals een uitzendkracht of gedetacheerde, naar het buitenland wordt uitgezonden, kan hij ook aanspraak maken op de zorgplicht omdat deze bepaling van dwingend recht is. Bovendien staat in de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie dat uitgeleende krachten hier een beroep op kunnen doen. Deze wet regelt dat voor flexibele krachten uit Nederland die tijdelijk in een andere EU-lidstaat werken, dezelfde arbeidsvoorwaarden gelden als voor werknemers uit die EU-lidstaat die vergelijkbaar werk doen.

Zzp’ers

uitspraak

Lange tijd was onduidelijk of de zorgplicht ook geldt voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die voor uw organisatie werken. De Hoge Raad heeft hierover in 2012 uitspraak gedaan. In de zaak was de opdrachtgever verantwoordelijk voor de invaliditeit van een zzp’er die was ingehuurd voor een reparatieklus. Na een bedrijfsongeval moest een been van de zzp’er boven de knie worden geamputeerd. De man had geen arbeidsongeschiktheids­verzekering en stelde de organisatie aansprakelijk. Na zeven jaar procederen stelde de Hoge Raad de zzp’er in het gelijk.

Hoe zit het nu met zzp’ers?

Het is niet zo dat uw organisatie automatisch aansprakelijk is voor schade die zzp’ers lijden. Volgens de Hoge Raad is van belang dat de zzp’er zich bij de uitvoering van zijn werkzaamheden in een vergelijkbare positie bevindt als een werknemer en hij voor zijn veiligheid afhankelijk is van uw organisatie. Verder moet de zzp’er werkzaamheden verrichten die werknemers ook kunnen verrichten.

Scholieren en studenten

risicogroep

kinder- en jeugdarbeid

Jongeren zijn een bekende risicogroep bij arbo­risico’s. Dit ligt meestal aan hun onervarenheid, waardoor ze risico’s vaker verkeerd inschatten. Er gelden dan ook strenge regels voor kinder- en jeugdarbeid. In de Arbeidstijdenwet staan aparte bepalingen voor werknemers onder de achttien. Zo mogen kinderen onder de dertien in principe niet werken, maar ook voor minderjarigen van dertien jaar en ouder zijn er allerlei regels. Voor elke leeftijdscategorie is bepaald welke werkzaamheden wel en niet mogen worden uitgevoerd.

Voor werknemers onder de achttien jaar geldt een verbod op gevaarlijk werk. Ze mogen niet met giftige, allergene of kankerverwekkende stoffen werken of in een lawaaiige ruimte werken. Zo moet de dagelijkse blootstelling aan geluid gemiddeld lager zijn dan 85 decibel.