7.2 Instemmingsrecht
WOR
vervangende toestemming
De OR heeft instemmingsrecht op basis van artikel 27 WOR. Dit houdt in dat de werkgever regelingen over bepaalde onderwerpen niet zomaar mag invoeren. Hij moet eerst instemming verkrijgen van de OR. Welke onderwerpen dat precies zijn, vindt u terug in artikel 27 lid 1 WOR. Stemt de OR niet in met een regeling, dan mag de werkgever de regeling niet invoeren, tenzij hij vervangende toestemming krijgt van de rechter.
Op rendement.nl/hrdossier ziet u in een paginagrote infographic hoe de instemmingsprocedure precies hoort te verlopen.
7.2.1 Thuiswerkregeling
inspraak
De WOR (artikel 27 lid 1d) geeft aan dat de OR mag instemmen met elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden. Een regeling voor thuiswerken valt ook onder arbeidsomstandigheden en dus heeft de OR inspraak op dit onderwerp.
7.2.2 Aanpassing in RI&E
werkplek
Voert uw organisatie het thuiswerken in, dan is er mogelijk een aanpassing van de RI&E nodig. Een thuiswerkplek is tenslotte ook een werkplek. Op aanpassingen van de RI&E heeft de OR instemmingsrecht (artikel 27, lid 1d WOR). Meer hierover leest u in paragraaf 4.3.
7.2.3 Regeling betreffende privacy
nieuwe tool
Ook in zaken waarbij privacy een rol speelt, heeft de OR iets te zeggen. Het instemmingsrecht geldt op elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling over het verwerken of beschermen van de persoonsgegevens van werknemers (artikel 27, lid 1k WOR). Neemt de organisatie een nieuwe tool in gebruik voor videobellen vanwege thuiswerken? Een OR controleert eerst in hoeverre de privacy is geborgd en of de tool voldoet aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Pas na instemming mag de werkgever de tool in gebruik nemen.
7.2.4 Personeelscontrole
presteren
Wil de werkgever controleren of werknemers daadwerkelijk aanwezig zijn, hoe zij zich gedragen en hoe zij presteren? Ook daarvoor heeft hij instemming nodig van de OR. Dat is vastgelegd in artikel 27, lid 1l WOR.
De OR heeft instemmingsrecht op het voornemen om een systeem in gebruik te nemen dat het mogelijk maakt om te controleren hoeveel uur de werknemer daadwerkelijk aan het werk is of dat de prestaties bij thuiswerken op een andere manier meet dan bij het werken op kantoor.
7.2.5 Arbeids- en rusttijdenregeling
bereikbaarheid
De werkgever heeft de instemming van de ondernemingsraad nodig voor elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een arbeids- en rusttijdenregeling (artikel 27, lid 1b WOR). Mogelijk wil de werkgever iets anders regelen voor de bereikbaarheid en de werktijden bij thuiswerken. Denk aan minimaal aanwezig zijn tussen 11:00 uur en 15:00 uur, zodat het niet zo moeilijk is om digitale vergaderingen in te plannen. Ook daarvoor is de instemming van de OR nodig.
7.2.6 Werkoverleg
thuiswerkdag
Op afstand werken betekent ook op een andere manier werkoverleg voeren, tenminste: als dat werkoverleg op een thuiswerkdag plaatsvindt. Als de werkgever de regeling voor werkoverleg wil aanpassen vanwege thuiswerken, heeft hij daarvoor de instemming van de OR nodig op basis van artikel 27, lid 1i WOR.
Thuiswerken in de cao
rechten van de OR
Is één van de onderwerpen uit paragraaf 7.2 al geregeld in de cao? Of in een regeling vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan? Dan vervalt het instemmingsrecht van de OR. De cao gaat namelijk boven de rechten van de OR. Het is waarschijnlijk dat slechts een deel van de onderwerpen bij thuiswerken is geregeld in de cao. In dat geval moeten de werkgever en de OR vaststellen waar nog wel een instemmings- of adviesrecht van toepassing is.