4.3 Uitkering
75%
70%
De hoogte van een WW-uitkering is gedurende de eerste twee maanden 75% van het (maximum)dagloon (zie ook paragraaf 3.3). Voor de maanden erna dat (uw organisatie voor) de werknemer recht heeft op WW bedraagt de uitkering 70% van zijn (maximum)dagloon. In het geval van een WW-uitkering wegens onwerkbaar weer kan het zijn dat bijvoorbeeld uw collectieve arbeidsovereenkomst (cao) uw onderneming verplicht om de uitkering aan te vullen tot 100% van het loon.
Als de werknemer ziek wordt tijdens de looptijd van zijn WW-uitkering, loopt de WW eerst nog door voor een periode van dertien weken. Is de werknemer daarna nog steeds ziek, dan gaat zijn uitkering over in een ZW-uitkering (zie ook hoofdstuk 6).
Vakantiebijslag
jaarlijks in mei
UWV betaalt een WW-uitkering exclusief 8% vakantiebijslag uit, en reserveert deze bijslag bij elke uitbetaling. Jaarlijks in mei betaalt UWV de tot dan toe opgebouwde vakantiebijslag uit. Bij een eerder einde van de uitkeringsduur vindt uitbetaling van de vakantiebijslag plaats in de laatste maand van de uitkering.
Aanvraag
formulier
Het is de werknemer zelf die een WW-uitkering moet aanvragen bij UWV. Alleen als het gaat om een WW-uitkering wegens onwerkbaar weer (zie paragraaf 4.2) vraagt u de uitkering aan. Hiervoor gebruikt u het formulier ‘Aanvraag WW-uitkering wegens onwerkbaar weer’, dat is te vinden op de website uwv.nl.