U bent hier

10.1 Gepensioneerde herintreders

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: september 2023

vervroegd ­opnemen

binnen vijf jaar

Bij de gedachte van pensioen als inkomensvervanging past volgens de fiscus niet dat werknemers besluiten hun pensioen vervroegd te gaan opnemen en vervolgens toch nog blijven of weer gaan werken. Vandaar dat de fiscus voorschreef dat, op het moment dat een werknemer besluit zijn pensioen op te nemen, de werknemer definitief moet stoppen met werken. Werknemers moesten hiertoe een intentieverklaring tekenen en zich aan die verklaring houden, wilden zij niet alsnog geconfronteerd worden met een pensioenaanspraak die volledig en in één keer belast wordt. Deze eis van niet of minder werken gold overigens niet als de werknemer al binnen vijf jaar vóór zijn AOW-leeftijd zat op het moment dat hij het pensioen vervroegd opnam. Het ging dus om de werknemers die ver vóór hun AOW-leeftijd hun pensioenpot wilden aanwenden. Die groep werknemers kon dan later niet meer besluiten weer te gaan werken.

10.1.1 Wijziging per 1 juli 2023

intentieverklaring vervallen

Door de inwerktreding van de Wet toekomst pensioenen is dit, met de introductie van een uiterste vervroegingsleeftijd, veranderd en kan deze groep werknemers wél weer gaan werken. De intentieverklaring is namelijk met directe werking komen te vervallen. De oorspronkelijke aanleiding hiervoor is de commotie die in coronatijd is ontstaan over de gepensioneerde herintreders die in de zorg wilden gaan werken. Wie weet gaan de gepensioneerden dé oplossing bieden voor de huidige arbeidsmarktkrapte! Waar ze eerder misschien niet meer opnieuw mochten gaan werken, is de weg met het ontbreken van deze fiscale barrière weer vrij.

10.1.2 Fiscale voorwaarde

vervroegingsleeftijd

Voor het vervallen van de intentieverklaring is wel weer een nieuwe fiscale voorwaarde geïntroduceerd. Per 1 juli 2023 is namelijk een ‘vervroegingsleeftijd’ ingevoerd, oftewel een minimale pensioenleeftijd. Het pensioen mag niet eerder ingaan dan tien jaar vóór de AOW-leeftijd. Zolang daar maar aan is voldaan, maakt het niet uit of de gepensioneerde daarna ooit weer besluit te gaan werken. Het opnemen van het pensioen hoeft dan dus geen definitief vaarwel tegen het arbeidzame leven te betekenen.

Pensioenreglement

Overigens heeft deze introductie van de minimale pensioenleeftijd zeker niet op iedere organisatie impact. In veel pensioenreglementen staat al een minimale pensioenleeftijd opgenomen, soms zelfs een leeftijd die minder dan 10 jaar vóór de AOW-leeftijd zit. Ga daarom binnen uw organisatie na welke vervroegingsleeftijd in het pensioenreglement is opgenomen. Deze wijziging heeft de fiscus ook toegelicht in een Vraag & Antwoord (V&A 23-005), te raadplegen via centraalaanspreekpuntpensioenen.belastingdienst.nl.

10.1.3 Verlatingsleeftijd

uiterlijk tot uitkering komen

De term vervroegingsleeftijd roept ook de vraag op of er een verlatingsleeftijd geldt, oftewel een leeftijd waarop het opgebouwde pensioen uiterlijk tot uitkering moet komen. Het antwoord hierop was en is: ja. Hier is niets aan veranderd; de uiterste leeftijd is en blijft vijf jaar ná de AOW-leeftijd. Mocht een werknemer daarna toch doorwerken, dan is er over die diensttijd geen pensioendeelname meer mogelijk.