7.3 Lijfrentepremies
inkomensvoorzieningen
aanvulling op pensioen
Werknemers kunnen onder voorwaarden premies en stortingen voor lijfrenteproducten aftrekken in hun IB-aangifte. Dat geldt sowieso alleen voor premies en stortingen die de werknemer zelf heeft betaald in het betreffende belastingjaar. Aftrek is mogelijk rond deze inkomensvoorzieningen:
- lijfrente voor nabestaanden: de lijfrente moet voldoen aan de voorwaarden om als lijfrente te worden beschouwd en de werknemer moet een pensioentekort hebben;
- lijfrente voor een meerderjarig invalide (klein)kind: de toekomstige uitkeringen moeten bestemd zijn voor het levensonderhoud van het (klein)kind – en eindigen bij overlijden van het (klein)kind – en in verhouding staan met zijn woonsituatie en eigen inkomsten;
- lijfrente als aanvulling op pensioen: de werknemer moet een pensioentekort hebben. De premies die de werknemer (mee)betaalt aan de eventuele pensioenregeling van uw organisatie, zijn niet aftrekbaar.
onbenutte jaarruimte
De aftrek van het totaal aan premies en stortingen voor lijfrentes is slechts mogelijk binnen de zogeheten jaar- en/of reserveringsruimte. De jaarruimte is het pensioentekort van de werknemer in het voorgaande jaar. De reserveringsruimte wordt gevormd door de onbenutte jaarruimte van meerdere jaren samen (maximaal 10 jaar terug).
Werknemers kunnen met het ‘Hulpmiddel lijfrentepremie vanaf 2016’ op belastingdienst.nl hun maximale aftrekmogelijkheid voor lijfrentepremies- en stortingen berekenen.