3.2 Uitkering
bepaald percentage
100%
De Ziektewetuitkering van UWV bedraagt een bepaald percentage van het dagloon van de werknemer (of van het maximumdagloon als het dagloon daarboven uitkomt). Het dagloon is het gemiddelde per dag verdiende loon uit de dienstbetrekking waar de arbeidsongeschiktheid is ontstaan, in het jaar vóór uitval. Dit zogeheten refertejaar voor de ZW eindigt op de laatste dag van het voorlaatste volledige aangiftetijdvak vóór dat waarin de arbeidsongeschiktheid is ontstaan. Het laatste volledige tijdvak vóór dat van uitval telt dus niet mee. Het sv-loon over het refertejaar wordt vervolgens gedeeld door 261 (het gemiddelde aantal werkdagen per jaar). Is het verkregen dagloon hoger dan het maximumdagloon – € 274,44 per 1 januari 2024 – dan gaat UWV uit van het maximumdagloon.
Rekenvoorbeeld dagloon Ziektewet
refertejaar
blijft onder maximum
Stel dat een werknemer per 15 juli 2024 uitvalt wegens ziekte. Het refertejaar voor de Ziektewet eindigt op 31 mei 2024 – juni 2024 telt niet mee – en loopt dus van 1 juni 2023 tot en met 31 mei 2024. In 2023 verdiende de werknemer € 2.100 per maand en in 2024 is zijn maandloon € 2.300. In dit (sterk vereenvoudigde) voorbeeld verdiende de werknemer in het refertejaar (7 × € 2.100) + (5 × € 2.300) = € 26.200. Dit gedeeld door 261 levert een dagloon op van € 100,38. Dit blijft onder het maximumdagloon, dus de ZW-uitkering wordt berekend over het dagloon van de werknemer.
Percentage
minstens 70%
doorbetalen
Welk percentage de ZW-uitkering precies bedraagt, hangt af van de doelgroep waar de betreffende werknemer onder valt:
- 100% van het (maximum)dagloon: bij ziekte door orgaandonatie en bij arbeidsongeschiktheid door zwangerschap of bevalling vóór of ná het zwangerschaps- dan wel bevallingsverlof (tijdens dit verlof loopt een WAZO-uitkering).
- Minstens 70% van het (maximum)dagloon: bij arbeidsongeschiktheid van werknemers in fictieve dienstbetrekking, bij werknemers die ziek uit dienst gaan en bij ex-werknemers die binnen vier weken na uitdiensttreding ziek worden en geen baan of uitkering hebben.
- Het eerste jaar tussen de 70% en 100% – afhankelijk van hoeveel loon de werkgever moet doorbetalen – en het tweede jaar 70% van het (maximum)dagloon: bij heringetreden arbeidsongeschikten voor wie de no-riskpolis geldt en bij oudere, voormalig werkloze werknemers die minstens 13 weken ziek zijn.
Looptijd
104 weken
De Ziektewetuitkering die UWV betaalt, duurt net zo lang als de loondoorbetalingsplicht van de werkgever (zie paragraaf 2.1). De looptijd van de uitkering is dus maximaal 104 weken. Voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, is dat maximaal zes weken.
De Ziektewetuitkering voor een werknemer met de AOW-leeftijd zal UWV op uw organisatie verhalen. U betaalt voor deze werknemer immers geen premies werknemersverzekeringen meer sinds de eerste dag van de maand waarin hij de AOW-leeftijd bereikte.
langer dan vier weken
niet altijd op eerste dag
Voor het bepalen van de looptijd telt UWV soms meerdere ziekteperiodes bij elkaar op. Zo worden ziektedagen (uitkeringsdagen) bij elkaar opgeteld als de werknemer tussendoor korter dan vier weken beter is, of als een werkneemster vóór en ná haar zwangerschaps- en bevallingsuitkering op grond van de WAZO door dezelfde oorzaak ziek is. Is de tussenperiode langer dan vier weken of is de werkneemster vóór en ná de WAZO-uitkering door een andere oorzaak ziek, dan start er een nieuwe looptijd voor de ZW-uitkering.
De Ziektewetuitkering start niet altijd direct op de eerste dag van arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Bij oudere, voormalig werkloze werknemers moet uw organisatie sowieso eerst 13 weken het loon doorbetalen. Pas daarna gaat de ZW-uitkering van start.
beperking
Verder mag UWV soms maximaal twee wachtdagen aanhouden bij de Ziektewetuitkering. Dat is niet voor alle zieke of arbeidsongeschikte werknemers toegestaan. Werknemers die ziek zijn door zwangerschap, bevalling of orgaandonatie hebben vanaf de eerste ziektedag recht op een uitkering. Ditzelfde geldt voor werknemers die onder de no-riskpolis vallen. Deze beperking geldt omdat de werkgever anders alsnog onbedoeld voor een stukje van hun ziektekosten opdraait, namelijk het te betalen loon over de wachtdagen.