9.2 Aanwezigheidsdiensten
oproep op het werk
collectieve afspraken
Terwijl bij een consignatiedienst de werknemer een oproep thuis of vanaf een andere locatie naar keuze kan afwachten, geldt voor een aanwezigheidsdienst dat de werknemer een eventuele oproep op het werk moet afwachten. Ook in dit geval gelden bijzondere arbeidstijdenregels. En let op, uw organisatie mag werknemers niet zomaar tot aanwezigheidsdiensten verplichten. In de eerste plaats moet de aard van het werk dit noodzakelijk maken. Vooral de zorgsector en de politie en brandweer werken met dergelijke diensten. In de tweede plaats mag het management aanwezigheidsdiensten niet op eigen houtje invoeren. Alleen als hierover collectieve afspraken in de cao of met de ondernemingsraad (OR) bestaan, is een aanwezigheidsdienst toegestaan.
Alle uren binnen een aanwezigheidsdienst – het eventueel ingeroosterde werk, het werk uit oproep en de uren van verplicht aanwezig zijn – tellen als arbeidstijd.
9.2.1 Beperkingen aanwezigheidsdienst
inbreuk
Hoewel de werknemer tijdens de aanwezigheidsdienst de mogelijkheid heeft om – voor zover hij niet opgeroepen wordt – te slapen of zich te ontspannen, is zo’n dienst niet te onderschatten en is het een inbreuk op het sociale leven van de werknemer. Daarom gelden enkele beperkingen:
- Een aanwezigheidsdienst mag niet langer duren dan 24 uur.
- In een periode van 26 weken mag uw organisatie een werknemer maximaal 52 keer voor een aanwezigheidsdienst indelen.
- In een periode van 26 weken mag de werknemer gemiddeld maximaal 48 uur per week werken.
Opt-out
toestemming
In overleg met de werknemer kan de leidinggevende gebruikmaken van opt-out (ook wel de maatwerkconstructie genoemd). Met de werknemer spreekt hij dan af om de maximale werktijd in de referentieperiode van 26 weken te verhogen. Volgens de Arbeidstijdenwet mag een werknemer namelijk tot maximaal 60 uur per week werken. Hiervoor moet hij schriftelijk toestemming geven voor een periode die steeds stilzwijgend kan worden verlengd met eenzelfde periode van 26 weken.
9.2.2 Rusttijd tijdens aanwezigheidsdienst
Na een aanwezigheidsdienst krijgt een werknemer 11 uur rust, zonder oproepen. In een periode van zeven dagen moet een werknemer in ieder geval 90 uur rust hebben, bestaande uit eenmaal 24 aaneengesloten uren en zesmaal 11 aaneengesloten uren.
Strenge voorwaarden inkorting minimumrusttijd
cao
compenseren
Uw organisatie mag de minimumrusttijd alleen in uitzonderlijke situaties en met inachtneming van strenge voorwaarden inkorten:
- De aard van de werkzaamheden of de bedrijfsomstandigheden moeten het noodzakelijk maken dat de werkgever de rusttijd inkort. Aangevoerde redenen moeten vastgelegd zijn in de cao.
- De rusttijd mag niet meer dan tweemaal per week korter zijn: één keer tot tien uur en één keer tot acht uur voor aanvang van een nieuwe werkdag. Verkorte rustperiodes mogen elkaar niet direct opvolgen. Er moet minimaal 11 uur rust tussen zitten.
- De werknemer compenseert de gemiste rusturen in de eerstvolgende rustperiode.