U bent hier

9.1 Werkplekaanpassingen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: februari 2020

arbeids­beperking

meeneembaar

Het aannemen van een werknemer met een arbeidsbeperking kan zorgen voor een extra kostenpost, bijvoorbeeld omdat de werkplekken er niet op zijn ingericht. Denk aan een werknemer die een aan autisme gerelateerde beperking heeft. Die kan moeilijk productief zijn in een kantoortuin vol in- en uitlopende collega’s, ratelende printers en rinkelende telefoons. Bij een lichamelijke beperking voldoet misschien de hoogte van de bureaus niet, of kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan omdat de werkvloer niet is ingericht op een werknemer in een rolstoel. Er zijn vier soorten subsidies mogelijk voor gevallen waarbij officieel is vastgelegd – vaak door UWV – dat een werknemer een arbeidshandicap heeft.:

  • voor meeneembare hulpmiddelen;
  • voor niet-meeneembare hulpmiddelen;
  • voor vervoer;
  • voor persoonlijke ondersteuning.

Voorbeelden van meeneembare voorzieningen

9.1.1 Meeneembare voorzieningen

grensbedrag

Een werknemer met een arbeidsbeperking heeft niet altijd iets extra’s nodig om goed op zijn werkplek te kunnen functioneren, maar soms is het nodig om bijvoorbeeld een speciaal apparaat of een speciale bureaustoel aan te schaffen. UWV vergoedt dit soort hulpmiddelen als ze minimaal € 139,66 kosten. Het is daarbij toegestaan om de kosten van verschillende noodzakelijke hulpmiddelen bij elkaar op te tellen, om zo tot dit grensbedrag te komen. Deze hulpmiddelen worden als persoonlijk beschouwd, de werknemer vraagt ze aan en neemt ze in principe weer mee als hij ergens anders gaat werken. Vandaar de term meeneembaar.

9.1.2 Niet-meeneembare voorzieningen

­aanpassingen

Een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer moet op zijn werkplek en in zijn werkomgeving goed kunnen functioneren. Daar kan bijvoorbeeld een invalidentoilet toe behoren of een traplift. Voor deze blijvende, vaak dure aanpassingen, kunt u onder voorwaarden een subsidie krijgen, de zogenaamde meerkostenvergoeding.

9.1.3 Vervoer

taxi

normbedragen

De werknemer met een arbeidsbeperking moet natuurlijk op zijn nieuwe werk kunnen komen. Er is subsidie mogelijk, zowel voor vervoer als voor de kosten van vervoer. In het eerste geval moet u denken aan aanpassingen aan een auto of een scooter bij kortere afstanden. Verder moet de werknemer in een rolstoel misschien met een taxi naar het werk komen, wat flink duurder is dan met de bus. Ook hiervoor kan de werknemer bij UWV subsidie krijgen. Kijk op UWV.nl voor een overzicht van de normbedragen. In alle gevallen is de vergoeding alleen bedoeld voor woon-werkverkeer.

Iemand die onder de banenafspraak van de Participatiewet valt, moet voor subsidie met betrekking tot vervoersvoorzieningen aankloppen bij de gemeente.

9.1.4 Persoonlijke ondersteuning

tolk­

Het kan zijn dat een werknemer zijn werk goed kan doen, maar dat bij bepaalde aspecten zijn beperking hem toch in de weg zit. Mogelijk kan een dove werknemer een vergadering niet goed volgen of is het voor een slechtziende werknemer lastig als hij instructies op papier krijgt. Voor deze werknemers kan een doventolk of een voorleeshulp uitkomst bieden.