3.4 Fiscale grenzen
hoogte vlakke premie
Welk uitgangspunt gaat uw organisatie hanteren bij de vaststelling van de hoogte van de vlakke premie die straks voor – in ieder geval – de nieuwe werknemers wordt ingelegd en misschien ook voor de huidige werknemers? Eén uitgangspunt zal uw organisatie sowieso op het lijstje moeten zetten en dat is dat de hoogte van de premie-inleg niet het fiscale maximum te boven mag gaan.
Onzuiver
direct belast
Voorop gesteld: de premie mag de fiscale maximumgrens nooit te boven gaan. Een pensioenregeling die uitstijgt boven het fiscale maximum is namelijk fiscaal ‘onzuiver’ en niet langer vanuit de Wet op de loonbelasting gefaciliteerd. Dat zou onder meer tot gevolg hebben dat de pensioenaanspraken direct belast zouden worden en dat bijdragen aan de pensioenregeling niet netto vanuit de werkgever bekostigd kunnen worden (de werknemersbijdrage zou dan evenmin van het brutosalaris kunnen worden onttrokken). Kortom, die fiscale grens is ‘heilig’.
maximale premie
compensatiepremie
Het toekomstige pensioenbeeld laat daarom een vrij eenvoudig fiscaal beeld zien: er geldt binnen dat beeld straks een percentage van de pensioengrondslag waarboven de vlakke premie niet mag uitstijgen.
3.4.1 Percentage vlakke premie
premie-inleg 33%
Het percentage van de maximale premie is momenteel vastgesteld op 30% van de pensioengrondslag. Tijdelijk, gedurende de compensatieperiode, is dit percentage met 3 procentpunt verhoogd. Dat betekent dat werkgevers mogen uitgaan van een premie-inleg van in totaal 33% van de pensioengrondslag. Stel dat het pensioenreglement uitgaat van een premie-inleg voor het ouderdomspensioen en partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum van 25% van de pensioengrondslag. In die situatie mag de compensatiepremie maximaal 8% bedragen (33% minus 25%). Deze grens geldt op collectief niveau.
in samenspraak
Het is mogelijk om aan individuele werknemers een hoger compensatiebedrag toe te kennen. Daarvoor geldt geen fiscaal maximum. De fiscus heeft dit toegelicht in een Vraag & Antwoord (V&A 23-014), centraalaanspreekpuntpensioenen.belastingdienst.nl.
Vaststelling
Verder is het aan uw organisatie om in samenspraak met de werknemers de hoogte van de vlakke premie vast te stellen. Of aan sociale partners, voor zover de pensioenregeling van uw organisatie op het niveau van sociale partners wordt vastgesteld. Een uitgangspunt dat bij de vaststelling van de hoogte van de vlakke premie richting zou kunnen geven is het uitgangspunt van budgetneutraliteit. Met andere woorden: wat is de premielast op basis van de huidige progressieve premiestaffel en met welk vlak premiepercentage correspondeert dat vanuit budgetneutraliteit, op basis van het huidige deelnemersbestand?
3.4.2 Nettopensioenregeling
aftopping
Misschien kent uw organisatie ook nog een nettopensioenregeling. In het verleden in het leven geroepen als gevolg van de aftopping van de pensioengrondslag voor zogenoemde tonplussers. Het nettopensioen volgt in grote lijnen de wijzigingen met betrekking tot het brutopensioen.
Verschil is dat voor het nettopensioen, nu het een vrijwillige regeling is, niet de wettelijke verplichting van een leeftijdsonafhankelijke premie geldt. Uw organisatie kan hier dus de leeftijdsafhankelijke premie handhaven, ook voor nieuwe werknemers.
Kader
overgangsrecht
fiscale grenzen
Het is toegestaan om voor de huidige nettopensioenregeling het ‘oude’ fiscale kader te laten gelden, in verband met overgangsrecht. Houd er echter wel rekening mee dat als u toch een nieuwe nettopensioenregeling zou introduceren, of de bestaande nettopensioenregeling (onverplicht) aanpast aan het nieuwe fiscale kader, deze regeling voortaan altijd binnen de nieuwe fiscale grenzen moet blijven. Met andere woorden, u geeft dan het beroep op overgangsrecht prijs. Dit wordt toegelicht in een Vraag & Antwoord van de Belastingdienst (V&A 23-009), te raadplegen via centraalaanspreekpuntpensioenen.belastingdienst/nl.