U bent hier

Onderneming & Fiscus
Het nieuwe pensioenstelsel9. Eerder (gedeeltelijk) ­stoppen met werken9.2 Langer doorwerken

9.2 Langer doorwerken

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: september 2023

beleid

levensloopverlof

Wet werk en zekerheid

Langer doorwerken is tegenwoordig de norm. Al vele jaren voert de overheid beleid dat erop gericht is dat werknemers langer doorwerken. Zo zijn bijvoorbeeld in 2006 de VUT-regelingen, prepensioenregelingen en overbruggingspensioenen afgeschaft voor werknemers geboren na 1949. Op datzelfde moment is de levensloopregeling ingevoerd. Deze wijzigingen waren opgenomen in de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling (VPL). De levensloopregeling, als alternatief om eerder te stoppen met werken door de inzet van levensloopverlof, is sinds 1 januari 2012 niet meer beschikbaar voor nieuwe deelnemers. Werknemers die al deelnamen op 1 januari 2012 mochten met gebruikmaking van overgangsrecht blijven doorsparen in de levensloopregeling, tot 1 november 2021. Daarnaast zijn met de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd per 1 januari 2016 bepalingen aan het Burgerlijk Wetboek toegevoegd waarmee uw organisatie gefaciliteerd wordt om werknemers ook na de AOW-gerechtigde leeftijd te laten werken. U kunt hierbij denken aan een ruimere ketenregeling voor tijdelijke contracten, beperktere loondoorbetaling bij ziekte en het niet verschuldigd zijn van een transitievergoeding aan de AOW-gerechtigde.

AOW-leeftijd

Tegelijkertijd begint het devies van langer doorwerken steeds meer te knellen. De AOW-leeftijd is de afgelopen jaren namelijk stapsgewijs omhooggegaan. Daarnaast wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd stijgt minder hard als gevolg van de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd.

De AOW-leeftijd wordt straks in mindere mate gekoppeld aan de levensverwachting; vanaf 2026 stijgt de AOW-leeftijd niet één jaar per jaar dat we langer leven, maar slechts acht maanden. De AOW-leeftijd is in 2023 nog 66 jaar en tien maanden. Vanaf 2024 is de AOW-leeftijd 67 jaar.

Zwaar

Ondanks de minder harde stijging dan oorspronkelijk bedoeld, ligt de AOW-leeftijd nog steeds vrij hoog en is de constatering dat niet iedere werknemer, in het bijzonder de werknemers met een zwaar beroep, het redt om daadwerkelijk werkzaam te blijven tot de AOW-leeftijd.