U bent hier

Onderneming & Fiscus
Invorderingswet4. Voorrangspositie van de Belastingdienst4.1 Voorrang schuldeisers

4.1 Voorrang schuldeisers

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: augustus 2022

rangorde

curator

faillissement

concurrente schuldeisers

Zijn er meerdere schuldeisers, dan bepaalt de rangorde wie er betaald krijgt. De rangorde luidt als volgt:

  • Boedelschuldeisers: dit zijn de schuldeisers waarbij de schuld is ontstaan tijdens de periode van faillissement, zoals de salariskosten van de curator.
  • Preferente schuldeisers: dit zijn de schuldeisers met een voorrangspositie, zoals de Belastingdienst en UWV.
  • Schuldeisers met een algemeen of bijzonder voorrecht: dit zijn schuldeisers die kosten hebben gemaakt bij het faillissement. Denk bijvoorbeeld aan de zaaksvervanging en vorderingen die zijn ontstaan uit kosten die gemaakt zijn tot behoud van een goed.
  • Concurrente schuldeisers: overige schuldeisers, zoals leveranciers, de bank en werknemers.
  • De belangen van de onderneming gaan soms toch voor die van de Belastingdienst (zie het kader op de volgende pagina).

    Separatisten

    voorrangs-positie

    Er is een aparte positie voor pand- en hypotheekhouders, de zogenoemde separatisten. Deze schuldeisers hebben een voorrangspositie bij de verkoop van panden. Bij een faillissement komen zij dus voor de preferente schuldeisers, zoals de Belastingdienst.

    Belastingdienst niet altijd preferente schuldeiser

    aansprakelijk

    kennelijk onbehoorlijk bestuur

    In 2019 boog de Hoge Raad zich over de vraag of de Belastingdienst een bestuurder van een bv terecht aansprakelijk had gesteld voor onbetaalde loonheffingen en BTW. De Belastingdienst vond het kennelijk onbehoorlijk bestuur dat de bestuurder wel de schulden van concurrente schuldeisers voldeed en niet de preferente belastingschulden.

    Bestuur

    vrijheid

    continuïteit

    De Hoge Raad was van oordeel dat in het algemeen geen sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur als een bv de schulden van een schuldeiser wel voldoet vóór andere schuldeisers. Een bestuurder heeft een bepaalde vrijheid om deze keuzes te maken. Er is alleen sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur als geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden dezelfde afweging had gemaakt. In dit geval mocht de bestuurder in het belang handelen van de continuïteit van de onderneming.

    Bron: Hoge Raad, 12 april 2019, ECLI:NL:2019:576

    Alle goederen

    gehele 
vermogen

    Het fiscale voorrecht ziet op alle goederen van de belastingschuldige. Dit betekent dat de ontvanger zijn vordering kan verhalen op uw gehele vermogen. Schuldeisers zonder voorrecht of met een lager voorrecht komen pas na de Belastingdienst aan de beurt. Het fiscale voorrecht ziet naast de niet-betaalde belastingen ook op de belastingrente, invorderingsrente en bestuurlijke boetes. Ook bij de betaling van die bedragen heeft de fiscus voorrang.

    Gedurende de gehele periode van invordering heeft de ontvanger het fiscale voorrecht. Dit voorrecht eindigt pas als de dwanginvordering voor de aanslag is verjaard.