U bent hier

Onderneming & Fiscus
Formeel belastingrecht3. Bezwaar en beroep3.4 Beroep in cassatie bij de Hoge Raad

3.4 Beroep in cassatie bij de Hoge Raad

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: oktober 2019

hoogste ­instantie

binnen zes weken

Tegen een uitspraak van het gerechtshof staat nog een hogere voorziening open, namelijk beroep in cassatie bij de Hoge Raad. In het Nederlandse stelsel van rechtsbescherming is dit de laatste en hoogste instantie in belastingzaken. Voor het instellen van beroep in cassatie moet u een beroepschrift indienen. Het beroepschrift is tijdig ingediend als het binnen zes weken na de verzending van de uitspraak aan partijen, door de Hoge Raad is ontvangen.

Sprongetje maken naar de Hoge Raad

geen discussie over feiten

In belastingzaken bestaat de mogelijkheid om de procedure bij het gerechtshof over te slaan en vanuit de rechtbank rechtstreeks beroep in te stellen bij de Hoge Raad. Dit heet sprongcassatie. Sprongcassatie is mogelijk als u en de belastinginspecteur van mening zijn dat er geen behoefte meer is om over de feiten te discussiëren. Voor sprongcassatie is toestemming van beide partijen nodig.

Taak Hoge Raad

geen feiten­onderzoek

Het onderscheidende kenmerk van de cassatieprocedure is dat de taak van de Hoge Raad beperkt is. Het beroep in cassatie is vooral bedoeld om te toetsen of de lagere rechter het recht juist heeft toegepast. De Hoge Raad kan de door de lagere rechters vastgestelde feiten slechts in beperkte mate beoordelen. Er vindt dus niet opnieuw een feitenonderzoek plaats. De belangrijkste cassatiegrond is schending van het recht.

De inzet van de Hoge Raad blijft in feitelijke aangelegenheden in principe beperkt tot een onderzoek naar eventuele vormverzuimen bij de vaststelling van de feiten. Het gaat dan vooral om motiveringsgebreken.