U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscale eenheid1. De vorming van een ­fiscale eenheid1.3 Een verbonden lichaam/persoon

1.3 Een verbonden lichaam/persoon

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: april 2023

verbonden lichamen

Buiten de holdingstructuur kunt u ook binnen andere samenwerkingsvormen een fiscale eenheid vormen. Dit kan bijvoorbeeld binnen een groep of bij een deelneming. Als hiervan sprake is, heeft u te maken met verbonden lichamen. Om te bepalen of een bv een verbonden lichaam is, speelt het belang een belangrijke rol.

1.3.1 Aandelenbelang

een derde belang

Er is sprake van een verbonden lichaam/persoon als:

  • uw bv een belang heeft van minstens een derde in een andere bv (dochtermaatschappij); of
  • een andere bv een belang heeft van minstens een derde in uw bv (moedermaatschappij); of
  • een andere (lichaam of persoon) bv een belang heeft van minstens een derde in uw bv en daarnaast voor een derde een belang heeft in een andere bv (zustermaatschappij). Uw bv en de zuster-bv zijn dan verbonden; of
  • het belastingplichtige lichaam met het andere lichaam onderdeel is van een fiscale eenheid.

Voorbeeld indirect belang

zeggenschap

Roxanne Eisden bezit 75% van de aandelen in Eisden bv en heeft een direct aanmerkelijk belang. Eisden bv heeft 40% van de aandelen in Lux bv. Roxanne heeft daarmee een indirect aanmerkelijk belang in Lux bv van 75% x 40% = 30%. Naast het financiële belang kunnen ook het stemrecht en de aard van de aandelen een rol spelen. De begrippen omvatten zowel directe als indirecte relaties. Als zeggenschap en financieel belang niet evenredig zijn verdeeld, kan een situatie ontstaan waarbij meer dan drie personen een belang van een derde hebben.

1.3.2 Deelneming

deelgerechtigdheid

commanditair vennoot

stemrecht

In de volgende gevallen is er sprake van een deelneming:

  • U bent voor ten minste 5% van het nominaal gestorte kapitaal aandeelhouder van een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld.
  • U bezit ten minste 5% van het aantal bewijzen van deelgerechtigdheid dat in omloop is in een fonds voor gemene rekening.
  • U bent lid van een coöperatie of van een vereniging op coöperatieve grondslag.
  • U neemt als commanditair vennoot voor ten minste 5% deel in een open commanditaire vennootschap.
  • U bezit aandelen die een stemrecht van ten minste 5% vertegenwoordigen in een vennootschap die in een EU-lidstaat is gevestigd (voorwaarde hierbij is dat met deze lidstaat een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting is gesloten dat voorziet in een verlaging van belastingheffing op dividenden op grond van het aantal stemrechten).
  • U heeft een deelneming door gelijkstelling: de meesleep-regeling.
  • U heeft een deelneming door de meetrekregeling.

De meesleepregeling

winstbewijzen

Bij een deelneming kunt u te maken krijgen met de mee-sleepregeling. Bij deze regeling kunnen onder de deelneming ook de eventuele winstbewijzen van de bv vallen. Voor de belastingheffing geldt dat iemand een aanmerkelijk belang heeft in een bv als diegene een belang houdt van 5% of meer. De meesleepregeling is een uitbreiding van de 5%-regel, die ziet op de verschillende ‘soorten’ aandelen in een bv. Denk aan gewone aandelen, preferente aandelen, cumulatief preferente aandelen en prioriteitsaandelen. De wet bepaalt dat als iemand een aanmerkelijk belang houdt in een bv (5% van een aandelensoort dus), óók eventuele andere aandelen tot dat aanmerkelijk belang behoren. Bijvoorbeeld als een moedermaatschappij 10% van de aandelen in de dochter houdt en daarnaast nog enkele winstbewijzen heeft, maken deze winstbewijzen ook deel uit van de deelneming.

De meetrekregeling

verbonden lichaam

Een andere uitbreiding van de 5%-regel is de zogeheten meetrekregeling. Deze regeling houdt in dat als sprake is van een kleiner belang dan 5%, dit belang toch een deelneming kan vormen als het zogenoemde verbonden lichaam al een deelneming heeft. De meetrekregeling brengt daarmee een versoepeling van het 5%-vereiste aan.

hybride lening

Dit speelt als u:

  • aandeelhouder bent in een met u verbonden lichaam, zoals hiervoor vermeld;
  • aandeelhouder bent in een bv waarin een met u verbonden lichaam een deelneming heeft;
  • een hybride lening heeft verstrekt aan een bv en een met u verbonden lichaam een deelneming heeft in die bv;
  • een hybride lening verstrekte aan een verbonden bv;
  • een winstbewijs heeft van een bv waarin een met u verbonden lichaam een deelneming heeft;
  • een winstbewijs heeft van een met u verbonden lichaam.

Als een verbonden lichaam dus een deelneming houdt, valt ook het belang van de belastingplichtige dat lager is dan 5% onder de deelnemingsvrijstelling.

Voorbeeld meetrekregeling

In de situatie dat een moedermaatschappij alle aandelen bezit in de dochtermaatschappij en beide een belang van 4% in een (klein)dochtermaatschappij houden, is de meetrekregeling niet van toepassing. Ze hebben allebei geen deelneming, zodat er geen sprake is van iets meetrekken. Maar als de moeder een belang houdt van 3% in de (klein)dochter en de dochter 5% bezit, geldt de meetrekregeling wel. De aandelen van de (klein)dochter vormen dan voor de moeder een deelneming, omdat de aandelen van de dochter al een deelneming vormen.

Een nieuwe fiscale eenheid VPB

discrimineert

opvolger

In 2018 heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat Nederland discrimineert met de fiscale eenheid voor de VPB. Concerns met een buitenlandse tak zouden namelijk niet zo’n eenheid kunnen vormen. Nederland zou sommige voordelen van dit fiscale regime ook moeten toestaan voor ondernemingen met bijvoorbeeld een dochterbedrijf over de grens. Sinds het arrest van het Hof heeft het kabinet gezorgd dat de fiscale eenheid weer in lijn is met EU-recht. Maar dat heeft de regeling er bepaald niet eenvoudiger op gemaakt. Het is daarom de bedoeling dat er een ‘opvolger’ komt. In hoofdstuk 3 leest u hoe de ‘opvolger’ eruit moet komen te zien.