1.1 Holding- of concernstructuur
leiding
De afweging om een fiscale eenheid te vormen speelt meestal in de context van een holding- of concernstructuur. Bij een holdingstructuur bevindt de eigenlijke onderneming zich in de werk-bv (dochtermaatschappij) en de winstreserves zijn ondergebracht in de holding-bv (moedermaatschappij). Binnen de holdingstructuur kan de moedermaatschappij niet zomaar een fiscale eenheid vormen met de dochtermaatschappijen. Het is geen verplichting, maar een keuze die u maakt. Maakt u die keuze, dan gelden hiervoor bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn voor de VPB, BTW en LB verschillend. Een concern staat meestal onder gemeenschappelijke leiding. Voor de buitenwereld, maar ook voor de VPB en BTW wordt dit gezien als één onderneming. Een moedermaatschappij en haar dochtermaatschappijen vormen bijvoorbeeld samen een concern.
Een concernstructuur in beeld
Schematisch kan een concern er als volgt uitzien.
Dochteronderneming
dochter- onderneming
Om wettelijk te worden gezien als dochteronderneming moet de moederonderneming zeggenschap hebben in de dochter. Zij moet dus aandelen bezitten. In artikel 2:24A lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) staat dat een onderneming een dochteronderneming is als de moeder ten minste de helft van de stemmen in de algemene vergadering van aandeelhouders heeft of ten minste de helft van de bestuurders en/of commissarissen kan benoemen of ontslaan.
Toezicht houden
moeder-bv
Een moedermaatschappij is vaak een ‘lege’ holding, dat wil zeggen een onderneming die zelf niets produceert, maar alleen eigenaar is van (aandelen van) andere ondernemingen en slechts toezicht houdt op de ondernemingen die door de dochters worden gevoerd. Een moeder-bv kan ook een onderneming zijn met een eigen onderneming en inkomsten.