5.2 Niet langer voldoen aan de voorwaarden
bezitseis
Als de fiscale eenheid niet langer aan één of meer van de gestelde voorwaarden voldoet, eindigt deze van rechtswege. Dit is bijvoorbeeld het geval als de moeder (een deel van) de aandelen in de dochter aan een derde verkoopt, waardoor niet meer wordt voldaan aan de 95%-bezitseis (hoofdstuk 2).
De verkoop van meer dan 5% van de aandelen of het plaatsen van meer dan 5% van de aandelen bij een derde, is dus al voldoende om een (gedwongen) einde te maken aan de fiscale eenheid.
Certificering of verpanding
verpanding van aandelen
De fiscale eenheid eindigt ook bij certificering of verpanding van aandelen. Een fiscale eenheid tussen een holding-bv en een werkmaatschappij eindigt zodra de aandelen van de werkmaatschappij worden verkocht. Dit is direct het geval per transactiedatum en niet pas aan het einde van het boekjaar.
Faillissement dochter
Het faillissement van één van de dochtermaatschappijen binnen de fiscale eenheid heeft geen noodlottige gevolgen voor het voortbestaan van de fiscale eenheid. De Belastingdienst gaat er tijdens het bestaan van een fiscale eenheid immers vanuit dat de dochter opgaat in de moedermaatschappij. Dit is natuurlijk anders als de fiscale eenheid uitsluitend bestaat uit de moeder en één dochter. In dat geval resteert alleen nog de moeder en is het einde fiscale eenheid.