8.1 Aansprakelijkheid in keten van aannemers
hoofdelijk aansprakelijk
Een aannemer is hoofdelijk aansprakelijk voor de loonheffingen die een onderaannemer verschuldigd is voor zijn werknemers die het werk hebben uitgevoerd dat u heeft uitbesteed. Ook als de onderaannemer dat werk op zijn beurt uitbesteedt aan een andere sub-onderaannemer, blijft u als (hoofd)aannemer aansprakelijk.
8.1.1 Wie is een aannemer?
opdrachtgever
Voor de ketenaansprakelijkheid bent u aannemer als u als zelfstandige ondernemer voor een opdrachtgever een werk van stoffelijke aard uitvoert tegen betaling (zie hierna paragraaf 8.1.2).
Onderaannemer
Een onderaannemer is een zelfstandige ondernemer die voor een aannemer een werk van stoffelijke aard uitvoert tegen betaling. Schakelt u als onderaannemer een andere onderaannemer in, dan bent u voor die andere onderaannemer weer een aannemer. Er kan dan ook een gehele keten ontstaan van onderaannemers en aannemers.
Eigenbouwer
confectiesector
Een opdrachtgever is niet aansprakelijk, behalve in de confectiesector. In die sector geldt een aparte opdrachtgeversaansprakelijkheid. De wet gaat ervan uit dat een aannemer iemand is die in opdracht van een opdrachtgever werkt. In de wet is ook opgenomen dat onder aannemer ook wordt verstaan een ondernemer die zonder opdracht van een opdrachtgever een werk van stoffelijke aard uitvoert dat gebruikelijk ook tot de werkzaamheden behoort van die ondernemer. Er is dan sprake van een eigenbouwer.
Normale uitoefening van bedrijf
Stel dat een bouwondernemer zelf zijn huis bouwt met de inschakeling van onderaannemers. Tot de normale uitoefening van zijn bedrijf behoort het bouwen van huizen en andere gebouwen. In dit geval is die bouwondernemer als aannemer-eigenbouwer ook aansprakelijk voor de loonheffing die zijn onderaannemers verschuldigd zijn.
gebruikelijk
Om te bepalen of iets ‘onder de normale uitoefening van zijn bedrijf’ behoort, wordt uitsluitend gekeken naar wat in de desbetreffende onderneming gebruikelijk is. Het is niet van belang of een ondernemer dat werk ook zelf kan uitvoeren. Een bouwbedrijf dat altijd onderaannemers inschakelt voor bouwwerkzaamheden en zelf geen bouwwerkzaamheden verricht is nog steeds een bouwbedrijf.
8.1.2 Werk van stoffelijke aard
tastbaar
De ketenaansprakelijkheid speelt alleen bij werk van stoffelijke aard. Dat wil zeggen dat het moet gaan om vaste tastbare zaken waarvoor dat werk wordt verricht. In de wet is geen definitie opgenomen van een ‘werk van stoffelijke aard’. De wetgever heeft echter wel aangegeven wat hiermee wordt bedoeld.
Voorbeelden
onderhoud
Voorbeelden van werken van stoffelijke aard zijn:
- bouwwerken;
- aanleg van wegen, waterstaatwerken, bestratingen en het leggen van leidingen;
- het bewerken van land;
- het schoonmaken van sloten en kanalen;
- onderhoudswerkzaamheden van huizen en gebouwen;
- het onderhoud van voertuigen en schepen;
- sloopwerkzaamheden van bouwwerken, schepen of andere zaken;
- renovatie en herstelwerkzaamheden.
Werkzaamheden
landbouw
De term ‘aannemer’ doet mogelijk vermoeden dat het alleen gaat om werkzaamheden aan onroerende zaken. De ketenaansprakelijkheid geldt echter ook bij onder meer:
- het verrichten van typewerk;
- het vermenigvuldigen van documenten;
- het verpakken van goederen;
- het bewerken van producten van de landbouw, bosbouw en tuinbouw.
Rechtspraak
vracht
Uit de rechtspraak blijft dat onder meer de volgende werkzaamheden als werk van stoffelijke aard worden gezien:
- steigers opbouwen en afbreken;
- schoonmaakwerkzaamheden;
- laden en lossen van vracht;
- tapijt leggen;
- bossen van radijs, snijden van sla, uiten schillen;
- vangen en laden van pluimvee;
- stekken en steken van buxussen.
8.1.3 Wat valt niet onder werk van stoffelijke aard?
diensten
Werkzaamheden van geestelijke of intellectuele aard worden niet beschouwd als werk van stoffelijk aard. Denk bijvoorbeeld aan de diensten van:
- advocaten
- belastingadviseurs;
- accountants;
- docenten;
- auteurs;
- musici;
- notarissen;
- architecten.
Twijfelt u of sprake is van werk van stoffelijke aard? Neem dan contact op met uw belastingadviseur of vraag de Belastingdienst om daarover een standpunt in te nemen.