6. Ingekomen werknemers en de 30%-regeling
Buitenlandse werknemers die voor uw onderneming tijdelijk in Nederland komen werken, maken extra kosten door hun verblijf buiten het land van herkomst. U kunt hun deze kosten onder voorwaarden onbelast vergoeden op grond van een gerichte vrijstelling. U heeft hierbij de keuze om de werkelijke kosten onbelast te vergoeden of gebruik te maken van een onbelaste forfaitaire vergoeding op grond van de 30%-regeling.
minst bewerkelijk
Qua onbelast vergoeden van de extra kosten vanwege verblijf buiten het land van herkomst – de zogeheten extraterritoriale kosten – is de 30%-regeling voor u het minst bewerkelijk. De 30%-regeling hangt samen met de werkkostenregeling (WKR). Als er sprake is van een werknemer voor de loonbelasting en dus de WKR geldt (zie hoofdstuk 5), kunt u gebruikmaken van de 30%-regeling.
Extraterritoriaal
vaccinaties
dubbele huisvesting
taal van werkland leren
schoolgelden
Onder ‘extraterritoriale kosten’ vallen onder meer de volgende zaken:
- de kosten voor een kennismakingsreis naar het werkland, eventueel samen met het gezin (bijvoorbeeld om een geschikte woning of een school voor de kinderen te zoeken);
- de kosten voor het aanvragen of omzetten van officiële persoonlijke papieren (zoals een rijbewijs, visum of verblijfsvergunning);
- de kosten voor medische keuringen en vaccinaties, ook voor gezinsleden (mogelijk nodig voor het verblijf in het werkland);
- de extra kosten voor levensonderhoud door een hoger prijspeil in het werkland dan het land van herkomst (zoals extra uitgaven voor gas, water, licht en maaltijden);
- de kosten voor dubbele huisvesting (zoals hotelkosten) omdat de werknemer in het land van herkomst blijft wonen;
- de kosten voor (eerste) huisvesting (slechts de kosten die boven 18% van het loon uitkomen zijn extraterritoriaal);
- de kosten voor opslag van de boedel (het deel dat niet meeverhuist naar het werkland);
- de kosten voor reizen naar het land van herkomst (zoalsvoor familiebezoek of gezinshereniging);
- de kosten voor een cursus om de taal van het werkland te leren (zowel voor de werknemer als voor de gezinsleden die bij hem verblijven);
- de extra gesprekskosten voor telefoneren met het land van herkomst (de niet-zakelijke kosten);
- de kosten van een aanvraag vrijstelling sociale zekerheid (bijvoorbeeld een A1-verklaring);
- de kosten voor schoolgelden voor een internationale school of het internationale deel van een gewone school;
- de extra kosten voor het laten invullen van de aangifte inkomstenbelasting (alleen als het duurder is dan het laten invullen door een vergelijkbare belastingadviseur in het land van herkomst).
Fiscaal gezien gelden uitzendtoelagen, bonussen en vergelijkbare vergoedingen, vermogensverliezen in de woonstaat, aan- en verkoopkosten van een woning of compensatie van hogere belastingtarieven in het werkland niet als extraterritoriaal. Die vallen buiten de gerichte vrijstelling.