8.3 Fiscale aspecten
Bij de coöperatie is het volgende onderscheid te maken:
- Alleen de coöperatie drijft een onderneming.
- Zowel de leden als de coöperatie drijven ieder een onderneming.
Alleen de coöperatie drijft een onderneming.
arbeid beschikbaar stellen
Als de onderneming in haar geheel door de coöperatie wordt gedreven, stelt u als lid uw arbeid beschikbaar. De coöperatie stelt zich ten doel – door middel van haar economische activiteiten – werk te verschaffen aan u en de medeleden.
Leden én coöperatie drijven een onderneming.
overeenkomst van opdracht
zelfstandig
Een andere mogelijkheid is dat de leden zelf een onderneming exploiteren. Bepaalde taken door de coöperatie worden uitgevoerd op basis van een overeenkomst van opdracht. Er is dan sprake van een dienstverlenende coöperatie.
8.3.1 BTW
Een coöperatie is voor de BTW zelfstandig belastingplichtig. Of sprake is van belastingplicht voor de BTW is afhankelijk van de activiteiten van de coöperatie. Als sprake is van een dienstverlenende coöperatie, zijn ook de leden zelfstandig belastingplichtig voor de BTW.
8.3.2 Inkomstenbelasting
ondernemersaftrek
Voor de IB is het van belang dat de leden (natuurlijke personen) als ondernemer worden aangemerkt in plaats van resultaatgenieter. Het verschil zit hem voornamelijk in de ondernemersfaciliteiten, waarvan de meeste niet openstaan voor resultaatgenieters. Denk aan de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling.
minder zeggenschap
Drijft een lid (natuurlijk persoon) zelf geen onderneming of is hij resultaatgenieter? Dan wordt zijn lidmaatschap als aanmerkelijk belang aangemerkt als hij gerechtigd is tot 5% van de zeggenschap in de algemene ledenvergadering van de coöperatie. Als een lid minder zeggenschap heeft, behoort het lidmaatschap tot het box 3-vermogen.
8.3.3 Vennootschapsbelasting
Een coöperatie werkt in het belang van haar leden en heeft geen eigen winststreven. In feite fungeert de coöperatie als verlengstuk van de ondernemingen van haar leden. Voor zover de voordelen rechtstreeks aan haar leden toekomen moeten deze dan ook niet bij de coöperatie, maar bij haar leden worden belast. Dit uitgangspunt heeft invloed op de wijze van belastingheffing. Een in Nederland gevestigde coöperatie is belastingplichtig voor de VPB. Voor het bepalen van de totale winst is de ‘normale’ systematiek van toepassing.
Verlengstukwinst
verzelfstandigde winst
aftrekbaar
Vervolgens wordt een onderscheid gemaakt tussen de winst die rechtstreeks toekomt aan haar leden (verlengstukwinst) en winst die aan de coöperatie zelf toekomt (verzelfstandigde winst). De verzelfstandigde winst is bij de coöperatie zelf belast met VPB. De verlengstukwinst is dat deel van het exploitatieresultaat van een coöperatie dat toerekenbaar is aan de prestatie van of door haar leden. De verlengstukwinst kan dan aftrekbaar zijn van de ‘eigen winst’ van de coöperatie en wordt zelfstandig belast bij haar coöperatieleden. De coöperatieleden kunnen zelf onderworpen zijn aan de VPB (geldt bijvoorbeeld als een bv lid is) of aan de IB (geldt voor het lid dat een natuurlijk persoon is).