3.4 Waardering

onder-
handeling

Bij de overdracht of liquidatie van een onderneming verdient de waardering van de onderneming, of van de afzonderlijke activa en passiva in de onderneming, bijzondere aandacht. Allerlei waarderingsgrondslagen en onderhandelingsopties ten spijt is een onderneming uiteindelijk waard wat de koper bereid is te betalen. Bij overdracht aan een willekeurige derde zal de overdrachtsprijs meestal zakelijk zijn bepaald. Bij overdracht in de familiesfeer zal dat vaak anders zijn en zal de fiscus met grote interesse meekijken.

3.4.1 Naar privévermogen

WEV

bedrijfswoning

Als u bij een staking bepaalde bedrijfsmiddelen naar het privévermogen overbrengt (zoals de bedrijfswoning), dan moet u voor de waardering uitgaan van de waarde in het economisch verkeer (WEV). Dit is de prijs die de beste koper na de beste voorbereiding bereid zou zijn te betalen. Voor de waardering van de woning kan een waardedrukkende factor gelden (zie hiervoor paragraaf 3.1.1). Het verschil tussen de fiscale boekwaarde (de balanswaarde) van de bedrijfswoning en de WEV van die woning vormt onderdeel van de stakingswinst. Over dit verschil is IB verschuldigd.

3.4.2 Cashflow

investeringsbereidheid

Een potentiële koper zal bij de onderhandelingen vooral kijken naar de cashflow: de omzet die uw onderneming op langere termijn zal kunnen genereren. Hij betaalt een overnamesom, vaak aangevuld met investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen, en is vooral geïnteresseerd in toekomstig rendement. Hij wil zijn investering op termijn immers graag terugverdienen. Bovendien zal de koper een ‘risico-opslag’ voor zijn investering bedingen: hoe lager het te verwachten rendement op de overnameprijs, des te lager zal zijn investeringsbereidheid zijn en des te lager zal ook de prijs zijn die hij bereid is te betalen.