U bent hier

Onderneming & Fiscus
Bedrijfsoverdracht3. De stakingswinst van de IB-onderneming3.1 Het stakingsresultaat

3.1 Het stakingsresultaat

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: november 2023

Bij de gehele of gedeeltelijke staking van een IB-onderneming behaalt u een stakingsresultaat. Dit resultaat kan zowel een stakingswinst als een stakingsverlies zijn. Over de stakingswinst bent u IB verschuldigd tegen het reguliere progressieve belastingtarief van box 1. Het stakingsresultaat bestaat uit de volgende vier componenten:

  • stille reserves in de activa en passiva;
  • goodwill of badwill;
  • fiscale reserves;
  • desinvesteringsbijtelling.

Bij de berekening van de stakingswinst gelden enkele bijzondere fiscale faciliteiten, zoals een extra aftrek van lijfrentepremie en de stakingsaftrek (zie hoofdstuk 4).

3.1.1 Stille reserves

bedrijfspand

Wat zijn stille reserves? Het gaat hier om het verschil tussen de waarde in het economisch verkeer van de in de onderneming aanwezige bedrijfsmiddelen en de boekwaarden waarvoor deze op de (eind)balans staan vermeld. Deze stille reserves die bij de overdracht of liquidatie tot uitdrukking komen, maken deel uit van het stakingsresultaat. Meestal staan de bezittingen en schulden niet voor de werkelijke waarde in het economisch verkeer op de balans, maar voor de boekwaarde. Neem bijvoorbeeld het bedrijfspand: na 30 jaar kan er bij verkoop een aanzienlijke overwaarde worden gerealiseerd.

Overgang naar privé

verkoopprijs

taxatie

Als u bij de staking bepaalde vermogensbestanddelen niet aan de koper overdraagt, moet u deze vermogensbestanddelen naar privé overbrengen. Een belangrijk verschil met de wél overgedragen activa en passiva is dat er bij de vermogensbestanddelen die u naar privé overbrengt géén daadwerkelijke tegenprestatie is opgenomen in de verkoopprijs van de onderneming. Deze vermogensbestanddelen draagt u immers níet over aan de koper. De fiscus leunt in deze situatie niet achterover, maar is zeer geïnteresseerd in de waarde van het naar privé overgebrachte vermogensbestanddeel. Om discussie over de waarde te vermijden, is het verstandig om een taxatie te laten uitvoeren.

Bedrijfswoning

betalings-regeling

Als een bedrijfswoning bij staking overgaat naar privé, vormt het verschil tussen de fiscale boekwaarde (lees: de balanswaarde) en de waarde in het economisch verkeer van die woning ook een onderdeel van het stakingsresultaat. Over deze ‘stille’ reserve bent u IB verschuldigd. Maar hiervoor kunt u onder voorwaarden een betalingsregeling treffen. Voor de waardering maakt het overigens uit of u zelf in de woning blijft wonen. Als dit het geval is, vormt de zelfbewoning een waardedrukkende factor bij de bepaling van de WOZ-waarde van de woning.

Waardebepaling woning bij overgang naar privé

meerwaarde

zelfbewoning

Gaat de zelfbewoonde woning over van het ondernemingsvermogen naar het privévermogen, dan moet u afrekenen over de meerwaarde. Voor de waardering van de woning geldt dan een waardedrukkende factor vanwege de zelfbewoning. De hoogte van deze factor was lange tijd afhankelijk van de leeftijd van de ondernemer op het moment van staking. Op basis van het besluit van 21 maart 2023, nr. 2023-14431 mag u onder bepaalde voorwaarden de waarde bewoond vaststellen op 85% van de waarde in het economisch verkeer in vrije staat (zie ook paragraaf 3.4 en 4.1).

3.1.2 Goodwill

kapitalisatiefactor

knowhow

Goodwill is de winstpotentie die in een onderneming zit. De goodwill berekent u door de overwinst te vermenigvuldigen met een bepaalde kapitalisatiefactor. Deze kapitalisatiefactor is onder meer afhankelijk van de branche waarin u actief bent en van de bestaansduur van uw onderneming. Een koper is soms bereid meer te betalen voor een onderneming vanwege de aanwezige goodwill, bijvoorbeeld in de vorm van waardevolle knowhow, een gunstige locatie, een grote klantenkring en goede winstverwachtingen.

Overwinst

rentabiliteit

eigen 
vermogen

Om de goodwill te bepalen, wordt vaak de rentabiliteit van de onderneming als uitgangspunt genomen. Deze rentabiliteit wordt gevormd door de winstcijfers van voorbije jaren. De winst van bijvoorbeeld drie jaren wordt gecorrigeerd met de buitengewone lasten en baten in de bedrijfsvoering en vervolgens verlaagd met de vergoeding (loon) die de ondernemer ontvangt. Na aftrek van de rente op het eigen vermogen heeft u de overwinst. Deze overwinst wordt dan met een factor twee tot zes vermenigvuldigd. Deze uitkomst geeft een indicatie van de goodwill.

Goodwill: de onzichtbare meerwaarde

correctie

Geraldine heeft een biologische kaasmakerij. In 2020 maakte zij € 45.000 winst, in 2021 had ze een verlies van € 10.000 en in 2022 een winst van € 65.000. In 2021 heeft zij de kaasmakerij volledig verbouwd en de machines aangepast aan de laatste milieu-eisen. De kosten daarvan waren € 50.000. Met de correctie van deze buitengewone last zou zij in 2021 een winst van € 40.000 hebben gemaakt. Geraldine neemt een jaarlijks bruto-inkomen van € 35.000 op uit haar zaak.

Berekening

De overwinst wordt nu als volgt berekend:

brutowinst (gemiddeld over drie jaar) € 50.000

ondernemersloon € 35.000 -/-

overwinst € 15.000

kapitalisatiefactor

Vermenigvuldigd met een kapitalisatiefactor 2 tot 6 zou de goodwill uitkomen op een bedrag ergens tussen 
€ 30.000 en € 90.000. Uiteindelijk wordt de factor bepaald door de winstverwachting die door de investering kan zijn toegenomen.

Persoonlijke goodwill

familie

Volgens de rechter is alleen zakelijke goodwill overdraagbaar. Persoonlijke goodwill is immers verbonden aan de persoon van de ondernemer en niet aan de onderneming als zodanig. Bij overdracht binnen familieverband is het daarom raadzaam om zo veel mogelijk toe te rekenen aan de persoonlijke goodwill van de overdrager. Dit drukt de overnameprijs waardoor voor het overnemende familielid ook de financieringslast kan worden gedrukt.

3.1.3 Badwill

arbeids-
ongeschikt

Bijna de helft van alle bedrijfsverkopen vindt gedwongen plaats omdat de ondernemer zijn bedrijf op bedrijfseconomische gronden staakt of arbeidsongeschikt raakt. In dat geval zijn er meestal restschulden waarvoor geen voorzieningen zijn opgenomen op de balans van de onderneming. We spreken dan van badwill. Badwill doet zich voor bij een bijna structurele onderrentabiliteit van een onderneming.

Reorganisatie

Om de zaak weer in veilig vaarwater te krijgen, is een reorganisatie onvermijdelijk. Er is ook sprake van badwill als er verborgen kosten in de onderneming zitten. Denk hierbij aan een installatie die op korte termijn moet plaatsvinden of een bedrijfsterrein dat moet worden gesaneerd.

Bij een liquidatie speelt goodwill of badwill geen rol. De onderneming wordt immers niet voortgezet, met als gevolg dat er geen betaling van goodwill of afboeking van badwill plaatsvindt.