7.2 Bodemrecht
In paragraaf 7.1 kon u lezen dat de zekerheidsrechten pand en hypotheek voor het voorrecht van de fiscus gaan. Hierop bestaat echter één uitzondering. Voor sommige belastingen is het fiscale voorrecht namelijk sterker dan een stil pandrecht op een roerende zaak. Het pandrecht moet dan betrekking hebben op een zogenoemde bodemzaak.
Sterker
De hoofdregel is dat schuldeisers zich niet zomaar kunnen verhalen op de eigendommen van een derde. Voor de fiscus geldt een uitzondering. De ontvanger heeft namelijk het recht om de belastingschuld met voorrang te verhalen op bepaalde roerende zaken die zich bij de belastingschuldige op zijn bodem bevinden. Het maakt hierbij niet uit of deze zaken eigendom zijn van de belastingschuldige of van een derde. Dit is het zogeheten bodemvoorrecht of bodemrecht.
Er geldt een mededelingsplicht voor de pandhouder of eigenaar van de bodemzaak, zodat de fiscus de tijd heeft om zijn voorrecht uit te oefenen.
7.2.1 Bodemzaak
Voorwaarde voor toepassing van het bodemrecht is dat sprake moet zijn van ‘roerende goederen’. Dit zijn goederen die niet onroerend zijn en die u dus kunt verplaatsen.
Roerende goederen
Er is dus geen sprake van een bodemzaak als een roerend goed door installatie of bevestiging zodanig met uw bedrijfspand is verbonden dat het eigenlijk onderdeel is gaan uitmaken van een onroerende zaak. Daarnaast moet het gaan om ‘zaken die dienen tot stoffering van een huis of landhoef, of tot bebouwing of gebruik van het land’. Bodemzaken zijn dus bijvoorbeeld inventaris en machines van uw onderneming. Voorraden en bedrijfsauto’s vallen daar niet onder. Het begrip huis is in de rechtspraak ruim uitgelegd, hieronder vallen ook winkels, kantoren of fabrieken.
Uitoefenen van rechten altijd eerst melden
Er gelden specifieke regels voor een (stil) pandhouder of de eigenaar van een bodemzaak. Deze partijen mogen deze zaken niet zomaar weghalen. Zij hebben de volgende verplichtingen:
- Ze moeten hun voornemen eerst melden aan de ontvanger. Het formulier hiervoor is te downloaden via de website van de Belastingdienst.
- Ze mogen gedurende vier weken na ontvangst van de mededeling door de fiscus geen acties ondernemen die ervoor zorgen dat de zaak niet langer als bodemzaak is aan te merken.
Deze mededelingsplicht geldt niet als de totale waarde van de bodemzaken bij het aangaan van de overeenkomst lager was dan € 10.000.
7.2.2 Bevinden op de bodem
Onder de bodem verstaat de Belastingdienst: het (gedeelte van een) perceel dat bij de belastingschuldige feitelijk in gebruik is en waarover hij onafhankelijk van anderen de beschikking heeft.
Feitelijk gebruik
Het is dus niet van belang wie de eigenaar is of wie het perceel gehuurd heeft. Het gaat erom wie het perceel feitelijk gebruikt, dat staat los van de vraag wie volgens een overeenkomst de gebruiker of huurder van het perceel is. Er kan sprake zijn van een gemeenschappelijke bodem als een (gedeelte van een) perceel ook door anderen wordt gebruikt.
7.2.3 Belastingen
Het bodemrecht geldt niet voor alle belastingen. In tegenstelling tot het fiscale voorrecht ziet het bodemrecht niet op de vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting. De fiscus mag het bodemrecht bijvoorbeeld wel uitoefenen voor de invordering van:
- loonbelasting;
- BTW (omzetbelasting);
- dividendbelasting;
- assurantiebelasting.
Bodemrecht fiscus mag verdwijnen
MKB-Nederland ziet het bodemrecht van de Belastingdienst graag verdwijnen. Volgens de organisatie krijgen mkb-ondernemingen bij een faillissement slechts 3% van hun vorderingen terug. Dit komt omdat zij alleen nog geld zien als de schuldeisers die eerder in de rij staan volledig zijn terugbetaald. Dat is niet alleen slecht voor het vertrouwen van ondernemers, maar ook slecht voor de economie. Kleine schuldeisers die hun geld niet terugzien kunnen zo immers ook weer in financiële moeilijkheden komen. Mochten zij omvallen, dan loopt de schatkist dus ook weer flink wat belastinginkomsten mis. Geen enkel ander Europees land kent dit bodemrecht!