4.3 Beperking renteaftrek
In een fiscale eenheid voor de VPB worden de onderlinge schulden en vorderingen voor de belastingheffing in principe genegeerd. Toch vragen interne leningen binnen de eenheid om een constante toets op hun fiscale kwalificatie.
Zodra de fiscale eenheid wordt verbroken, kunnen de renteaftrekbeperkingen weer de kop opsteken. Vooral bij ontvoeging van een dochtermaatschappij uit de fiscale eenheid is alertheid geboden (zie hoofdstuk 5).
Earningsstrippingsregeling
Sinds 2019 moet u rekening houden met een algemene renteaftrekbeperking, de zogeheten earningsstrippingsregeling. Daarbij is een plafond ingesteld van € 1 miljoen of 20% (30% in 2019 tot en met 2021) van het bedrijfsresultaat. Volgens de wet gaat het om het hoogste bedrag van de twee. Als het saldo van ontvangen en betaalde rente daarboven komt, is het deel boven die grens niet meer aftrekbaar. Bij het bepalen van het rentebedrag gaat het om het saldo van rentebaten en rentelasten in een jaar. Dit is wettelijk gezien een breed begrip: de rente op alle geldleningen valt onder deze berekening. Er is dus geen onderscheid gemaakt tussen schulden bij de bank en schulden bij een andere bv binnen een concern. De inspecteur stelt de hoogte van de renteaftrek vast in een voor bezwaar vatbare beschikking.