2.3 Maatregelen voor uw organisatie
beleidstools
Hoe staat uw organisatie er nu voor en aan welke doelen moet uw organisatie op termijn voldoen? Ofwel: hoe kan uw organisatie nu aan de slag met al die klimaatdoelstellingen? Het is handig als u een soort kapstok heeft om de klimaatmaatregelen aan op te hangen. In dit hoofdstuk komen daarom een aantal maatregelen voor organisaties op hoofdlijnen aan bod. Daarbij leest u ook over beleidstools, zodat uw ondernemingsraad kan sturen op de maatregelen. Hieronder vindt u de mogelijke (hoofd)onderdelen voor het klimaatbeleid van uw organisatie.
2.3.1 Verduurzaming gebouwen
zuinig
Kort samengevat gaat het bij de verduurzaming van een gebouw om het verlagen van de CO2-voetafdruk van het gebouw. Dat kan uw organisatie aanpakken door middel van een groot aantal verschillende maatregelen. Denk aan het zuinig omgaan met energie, duurzame materialen, ventilatie, isolatie, het gebruik van warmte- en koudebronnen, maar ook om het ontwerp van het gebouw.
Uw organisatie gebruikt warmte- en koudeopslag (WKO) om het gebouw te verwarmen of te verkoelen. Daarmee is het mogelijk om energie in de vorm van warmte of koude op te slaan in de bodem.
Energielabel C
energiegebruik
onbruikbaar
Op basis van het Klimaatakkoord zijn er in Nederland afspraken gemaakt voor het energiegebruik van bedrijfsgebouwen. Sinds 2015 moeten bedrijfspanden een energielabel hebben bij verkoop, verhuur en oplevering. In de komende jaren wordt de regelgeving rondom energielabels voor bedrijven aangescherpt. Per 2023 moeten alle kantoorpanden die groter zijn dan 100 m2 minimaal energielabel C hebben. Bedrijfspanden die een lager label hebben (D, E, F of G) mogen niet meer worden gebruikt en worden onbruikbaar verklaard.
RVO
verduurzaming
Naast de energielabels is er een hoop andere relevante wet- en regelgeving voor de verduurzaming van gebouwen. Denk aan de Wet milieubeheer (WM), het Activiteitenbesluit milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de afvalstoffenverordening en diverse Europese richtlijnen. Een overzicht van relevante wetten en regels vindt u op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo.nl/klimaat-energie).
Uitdaging: een energieneutraal gebouw
doelstelling
Wil uw organisatie een goede stap maken in de verduurzaming van het gebouw, dan is een energieneutraal gebouw een goede doelstelling. Een energieneutraal gebouw kan met weinig energie toe en maakt niet of nauwelijks gebruik van fossiele energie. Dit kan bijvoorbeeld door minder energie te gebruiken en door zelf (schone) energie op te wekken.
2.3.2 Beperking uitstoot
vervuild
nulmeting
Naast het duurzaam omspringen met energie is ook de beperking van uitstoot belangrijk bij het klimaatbeleid van uw organisatie. Daarbij kunt u denken aan uitstoot in de lucht (bijvoorbeeld warmte van het gebouw of uit de productie), in het water (bijvoorbeeld verontreiniging, warmwater), in de bodem (bijvoorbeeld afval en stort) en broeikasgassen (bijvoorbeeld vervuilde lucht, uitstoot van het wagenpark). Uw organisatie kan het beste beginnen met het uitvoeren van een nulmeting, om de huidige stand van zaken in beeld te brengen. Vervolgens kan uw organisatie maatregelen invoeren en dit monitoren. Uw OR kan checken of aan alle vormen van uitstoot is gedacht en of er sprake is van een effectieve monitoring.
2.3.3 Groene stroom
certificering
Groene stroom is stroom opgewekt uit duurzame energiebronnen. Denk hierbij aan windenergie, zonne-energie, waterenergie, aardwarmte, restwarmte, mestvergisting, biomassa en energie uit het verbranden van afval. Met groene stroom wordt de uitstoot van CO2 en andere schadelijke stoffen sterk verminderd. Om zeker te weten dat er sprake is van groene stroom, bekijkt uw OR de certificering voor duurzaam opgewekte stroom. De certificeringsorganisatie hiervoor heet CertiQ. Een ‘nulmeting groene stroom’ vormt het uitgangspunt als uw organisatie wil overstappen op groene stroom.
Aan de hand van de nulmeting worden de vervolgacties bepaald. Laat u hierbij goed informeren. Vraag na hoe de energievoorziening in uw organisatie is en ga met een deskundige in gesprek over maatregelen die passen bij uw organisatie.
2.3.4 Beperking plastic
Het grootschalige gebruik van plastic in de samenleving heeft een duidelijke belasting voor milieu en het klimaat. Dit geldt ook voor de productie van plastic. De overheid probeert daarom al jaren met verschillende maatregelen het plasticgebruik terug te dringen. Onder meer door:
- verminderen van het gebruik van plastic (denk bijvoorbeeld aan plastic verpakkingen);
- beperken van het gebruik van (niet afbreekbare) grondstoffen;
- recyclen.
2.3.5 Beperking gebruik aardgas
Nederland heeft het doel om in 2050 een klimaatneutrale samenleving te zijn. Ook het bedrijfsleven zal een bijdrage moeten leveren. Denk daarbij aan duurzame gebouwen die minder of geen gebruik maken van aardgas. Om aan het Nederlandse Klimaatakkoord te voldoen, moet de industrie haar CO2-emissies in 2030 met minstens 55% gereduceerd hebben ten opzichte van 1990. Ook in de productie zelf kan het bedrijfsleven het gebruik van aardgas verminderen, bijvoorbeeld door de toepassing van e-boilers. Dit heeft de overheid uitgewerkt in het Programma Verduurzaming Industrie. Kijk voor meer informatie over het verduurzamen van de industrie op verduurzamingindustrie.nl.
Door de oorlog in Oekraïne is de urgentie om van andere energievoorzieningen gebruik te maken verder vergroot. Het maakt onze huidige afhankelijkheid van gas als energiebron eens te meer duidelijk en daarmee ook het belang van het vinden van alternatieve bronnen van energie.
2.3.6 Duurzame logistiek
transportvorm
In het Klimaatakkoord is ook aandacht voor mobiliteit en logistiek. In een handelsland als Nederland dragen verschillende transportvormen flink bij aan de CO2-uitstoot. Er zijn diverse vraagstukken die spelen voor organisaties, zoals:
- Waarom massaal spullen aan de andere kant van de wereld laten maken om deze vervolgens naar Nederland te laten verschepen? Zijn al deze spullen echt nodig en kunnen ze wellicht dichter bij huis en milieuvriendelijker worden geproduceerd?
- Wat is de invloed van e-commerce op het klimaat? Denk aan de bouw van enorme logistieke centra (impact op het landschap), het transport en het afval door (de vernietiging van) teruggestuurde pakketjes. Denk ook aan het grootschalige gebruik van elektriciteit en water door datacenters om de bestellingen via de Cloud te laten verlopen.
- Hoe kan een organisatie hiermee aan de slag?
Wat kan uw OR hierbij betekenen? In hoofdstuk 5 vindt u een uitwerking van een mogelijke aanpak en enkele maatregelen om een meer duurzame organisatie te realiseren.
Meten = weten
prestatieladder
Hoe kan uw organisatie de eigen prestaties rondom de klimaatmaatregelen meten? Voor het meten van de CO2-uitstoot is de CO2-prestatieladder ontwikkeld. Die geeft inzicht in de mate van CO2-uitstoot en brengt mogelijkheden voor de beperking van CO2 in kaart. Kijk voor meer informatie op de website: co2-prestatieladder.nl.