5.3 De zorgvrijstelling in de VPB
zorg- instellingen
zorgvrijstelling
De zorginstellingen vormen een aparte groep binnen de VPB. Het zijn stichtingen die een zorgonderneming drijven en veelal geen winst beogen. De Wet toegelaten zorginstellingen (WTZi) bepaalt bovendien dat een eventuele winst niet mag worden uitgekeerd. Fiscaal kunnen de meeste zorginstellingen gebruikmaken van de zogenoemde zorgvrijstelling in de VPB. Onder strikte voorwaarden blijft de onderneming van de stichting, via toepassing van een subjectieve vrijstelling, vrijgesteld van VPB. Als niet wordt voldaan aan de vereisten van de zorgvrijstelling, kan mogelijk nog de algemene vrijstelling voor stichtingen en verenigingen worden ingeroepen om aan belastingplicht te ontkomen. Om in aanmerking te komen voor de zorgvrijstelling, moet uw instelling aan twee voorwaarden voldoen:
- de werkzaamhedentoets;
- de winstbestemmingstoets.
Aard der werkzaamheden
werkzaam-hedentoets
Bij de werkzaamhedentoets moet minimaal zo’n 90% van de activiteiten van de zorginstelling bestaan uit zorg. Onder zorg wordt verstaan: het genezen, verplegen of verzorgen van zieken, kraamvrouwen, mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, wezen of ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen en het bieden van een passende werkzaamheid aan mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking.
Winstbestemming
winst- bestemmingstoets
Onder de winstbestemmingstoets wordt verstaan dat vereist is dat eventueel behaalde positieve exploitatieresultaten enkel kunnen worden aangewend ten bate van een zorgvrijgestelde instelling of een algemeen maatschappelijk belang.