10.2 Aanwezigheidsdiensten
opt-out
Volgens de Arbeidstijdenwet mag een werknemer per dienst maximaal 12 uur werken. Voor aanwezigheidsdiensten formuleert het Arbeidstijdenbesluit een afwijkende regeling, die alleen geldt als dit bij collectieve regeling is afgesproken. Een aanwezigheidsdienst mag maximaal 24 uur duren en gemiddeld 48 uur per week, gerekend over een referentieperiode van 26 weken. In overleg met de werknemer kan de leidinggevende gebruikmaken van opt-out (ook wel de maatwerkconstructie) om de gemiddelde arbeidsbelasting in een week te verhogen naar 60 uur (zie paragraaf 9.2.1).
Noodzakelijk
Aanwezigheidsdiensten zijn alleen mogelijk als de aard van het werk dit noodzakelijk maakt. Denk hierbij aan sectoren als de jeugdhulpverlening, verpleging en verzorging. Andere sectoren waar aanwezigheidsdiensten voorkomen, zijn onder andere de ambulancezorg, de brandweer, justitiële inrichtingen en maatschappelijke opvang.
In sommige gevallen kan een werknemer tijdens de dienst slapen en worden gewekt als dat nodig is. Zo is een aanwezigheidsdienst minder belastend.
Rusttijd
onafgebroken rusttijd
Als de afwijkende regeling voor aanwezigheidsdienst geldt in een collectieve regeling, heeft de werknemer recht op een onafgebroken rusttijd van ten minste 11 uren voor een aanwezigheidsdienst en 11 uren na een aanwezigheidsdienst. In uitzonderlijke gevallen kan uw organisatie de minimumrusttijden inkorten (zie het kader in paragraaf 8.2.2).