U bent hier

Onderneming & Personeel
Arbeidstijdenwet4. Recht op pauze4.1 Uitzondering toegestaan

4.1 Uitzondering toegestaan

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: maart 2021

Op bovenstaande hoofdregel is een uitzondering van toepassing. Het is namelijk toegestaan om de rusttijd in een periode van zeven dagen één keer met drie uur in te korten op voorwaarde dat:

  • de rusttijd nooit korter is dan acht uur; én
  • de werkgever overtuigende argumenten heeft om de rusttijd te verkorten.

Specifieke bedrijfsomstandigheden

Alleen een goede reden rechtvaardigt een ingekorte rusttijd. Zo is het mogelijk dat een kortere rustpauze noodzakelijk is als gevolg van specifieke bedrijfsomstandigheden. Denk aan een belangrijke deadline die werknemers zonder ingekorte rustpauze niet kunnen halen of een storing in apparatuur die onmiddellijk moet worden verholpen. Het kan ook zijn dat de aard van het werk een kortere rustpauze noodzakelijk maakt, bijvoorbeeld als een chemisch experiment geen lange rusttijd toelaat voor de laborant die het onderzoek uitvoert.

4.1.1 Weekend flexibel indelen

werkvrij

werkweek

rustregels

Iedere werknemer heeft recht op een werkvrij weekend. Het weekend hoeft niet van vrijdagavond tot maandagmorgen te duren. De wet bepaalt dat de werknemer na een werkweek (van zondag 0.00 uur tot zaterdag 24.00 uur) minstens 36 aaneengesloten uren vrij moet hebben. Ook deze regel kent een uitzondering. Uw organisatie mag ook kiezen voor de constructie waarin de werknemer twee weken achter elkaar doorwerkt. Let op: in die twee weken moet de werknemer minstens 72 uur rusten. Deze 72 uur mag hij verdelen in twee periodes van elk minimaal 32 aaneengesloten uren.

4.1.2 Rust bij nachtdienst

rustdag

Het zal u niet verbazen dat de rustregels voor werknemers die in nachtdienst werken strenger zijn. Werken op onregelmatige tijden vergt tenslotte meer van een werknemer dan overdag werken. De regels waar uw organisatie rekening mee moet houden zijn de volgende:

  • Na een nachtdienst die uiterlijk om 2.00 uur eindigt, mag de werknemer minstens 11 uur aaneengesloten niet werken.
  • Na een nachtdienst die na 2.00 uur eindigt, mag de werknemer minstens 14 uur niet werken (alleen eens per week tot acht uur verkorten als de aard van het werk of de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken).
  • Na een nachtdienst van 12 uur mag de werknemer minstens 12 uur aaneengesloten niet werken.
  • Na minstens drie opeenvolgende nachtdiensten die eindigen na 2.00 uur, mag de werknemer minstens 46 uur niet werken.

4.1.3 Zondag rustdag

vrije zondagen

Voor de meeste Nederlanders is zondag de rustdag bij uitstek. Het uitgangspunt is dan ook dat werknemers op zondag in principe niet werken, tenzij de aard van het werk dit noodzakelijk maakt (zie hoofdstuk 5). Denk hierbij aan werknemers in de zorgsector, in de horeca, bij de brandweer of bij de politie. Deze werknemers hebben in elk geval recht op 13 vrije zondagen per jaar.

Een werkgever of de brancheorganisatie mag in collectief overleg een lager aantal vrije zondagen afspreken. De toepassing van zo’n cao-bepaling is alleen toegestaan als de individuele werknemer hiermee instemt.