U bent hier

Onderneming & Fiscus
Bestuurdersaansprakelijkheid8. Bestuursverbod 8.2 Strafrechtelijk bestuursverbod

8.2 Strafrechtelijk bestuursverbod

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier BV Rendement
Publicatiedatum: oktober 2021

bewijslast

Zoals u in de vorige paragraaf al kon lezen, bestond al de mogelijkheid om strafrechtelijk een bestuursverbod op te leggen (ook wel aangeduid als een beroepsverbod). Dit kan worden opgelegd aan bestuurders die zich schuldig hebben gemaakt aan strafbare praktijken zoals oplichting, valsheid in geschrifte en verduistering. Het zijn zware vergrijpen die vragen om een zware bewijslast.

Wetgeving

misdrijven

Veruit de belangrijkste strafrechtelijke maatregel is geregeld in artikel 349 van het Wetboek van Strafrecht. In het eerste lid is het volgende te lezen: ‘Bij veroordeling wegens een der in deze titel omschreven misdrijven, kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf begaan heeft.’ Bij de ‘omschreven misdrijven’ gaat het in dit geval om ‘benadeling van schuldeisers of rechthebbenden’. Dit wetsartikel maakt het dus mogelijk om fraudeurs een bestuursverbod op te leggen.