5.6 Fiscale gevolgen bij aansprakelijkstelling

bezwaar

Als u aansprakelijk wordt gesteld voor een belastingschuld, gebeurt dit via een voor bezwaar vatbare beschikking. Als u het niet eens bent met de beschikking, kunt u binnen zes weken na dagtekening ervan bezwaar aantekenen. U heeft het recht om gehoord te worden en u kunt in beroep en hoger beroep bij de rechter (zie paragraaf 2.3). Bovendien heeft u recht op inzage in het invorderingsdossier van de bv, bijvoorbeeld om te controleren of er daadwerkelijk sprake is van een belastingschuld.

Fiscus mag kiezen

middellijk 
bestuurder

Als uw bv verzuimt om een belastingaanslag te betalen, mag de fiscus soms kiezen of hij de bv of u als bestuurder hiervoor aansprakelijk stelt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een zaak van een commanditaire vennootschap (cv) die was opgericht voor de bouw van een appartementencomplex. Beherend vennoot van deze cv was een beheer-bv. X was via een andere bv middellijk bestuurder van de cv. Over het vierde kwartaal 2008 diende de cv een BTW-aangifte in, maar betaalde die uiteindelijk niet. Op 25 februari 2009 legde de inspecteur een naheffingsaanslag op. De cv kon die aanslag niet betalen en meldde haar betalingsonmacht op 7 april 2009.

Naheffingsaanslag

gunstige 
regeling

De Belastingdienst stelde de bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de naheffingsaanslag. De bestuurder vond dat de fiscus de voor hem meest gunstige wettelijke regeling moest kiezen. In dat geval was eerst de beheer-bv aansprakelijk en daarna pas de bestuurder. En dan was de aansprakelijkheidstelling te voorkomen met een tijdige melding van betalingsonmacht.

geen volgorde

De Hoge Raad oordeelde echter dat de fiscus op basis van het zorgvuldigheidsbeginsel niet hiertoe verplicht was. De regelingen staan los van elkaar en de wet schrijft geen volgorde voor bij deze hoofdelijke aansprakelijkheid. De bestuurder bleef dus aansprakelijk voor de BTW-schuld.

Hoge Raad,3 oktober 2014, ECLI (verkort): 2875).