8.1 Algemeen

erfbelasting

schenkbelasting

In de Successiewet zijn twee onderdelen opgenomen:

• erfbelasting (als een in Nederland wonende persoon is overleden);
• schenkbelasting (als aan een in Nederland wonende persoon wordt geschonken).

U betaalt belasting over de waarde van wat door de schenking of het erfrecht wordt verkregen. Hierbij gaat het in principe om de waarde in het economisch verkeer op het moment van de verkrijging (zie ook paragraaf 8.3).

Aangifte

acht maanden

Bij verkrijging van een schenking of erfenis, moet de verkrijger aangifte doen bij de Belastingdienst. Bij een erfenis moet u aangifte doen binnen acht maanden na het overlijden van degene van wie u erft. De fiscus berekent belastingrente als de aangifte later binnen is dan acht maanden na de overlijdensdatum. Bij een schenking moet u binnen twee maanden na het jaar van schenking aangifte doen. U kunt de aangifte online indienen via ‘Mijn Belastingdienst’.

Vrijstellingen schenkbelasting

eenmalig

eigen woning

In de wet zijn verschillende vrijstellingen opgenomen voor de heffing van schenkbelasting. De vrijstelling hangt af van de relatie met de schenker. De vrijstellingen zijn als volgt:

• ouders aan kind (of pleegkind of stiefkind): € 6.604;
• ouders aan kind als het kind of de partner tussen de 18 en 40 jaar is (eenmalig): € 26.881;
• ouders aan kind als het kind of de partner tussen de 18 en 40 jaar is (voor dure studie): € 55.996;
• schenking aan iemand tussen de 18 en 40 jaar (voor eigen woning): € 105.302;
• overige verkrijgers: € 3.244.

Vrijstellingen erfbelasting

kind

Voor de erfbelasting kunt u ook profiteren van een vrijstelling. De vrijstelling hangt af van de relatie met de overledene. De vrijstellingen zijn als volgt:

• echtgenoot, geregistreerd partner of samenwonend partner: € 671.910;
• kind, pleegkind of stiefkind: € 21.282;
• kleinkind: € 21.282;
• achterkleinkind: € 2.244;
• hulpbehoevende kinderen: € 63.836;
• ouder: € 50.397;
• overige verkrijgers: € 2.244.

Tarief

relatie

Hoeveel schenk- of erfbelasting de ontvanger betaalt, hangt af van de tariefgroep waarin hij of zij valt. Er zijn drie tariefgroepen, ingedeeld naar de aard van de relatie tot de overledene of schenker. Personen in tariefgroep I betalen het laagste percentage, zij die in tariefgroep II vallen het hoogste.