8.2 Commerciële organisatie
commerciële activiteiten
Het is voor stichtingen en verenigingen niet verboden om winst te behalen. U kunt dus een onderneming drijven. Veel organisaties verrichten commerciële activiteiten om de organisatie in stand te houden en het statutaire doel te bereiken. De stichting KWF Kankerbestrijding haalt bijvoorbeeld geld op met collectes en acties. Dat heeft geen juridische gevolgen voor deze stichting, omdat ze het geld gebruiken voor de statutaire doelstelling.
Er is sprake van het drijven van een onderneming als een organisatie het doel heeft economisch voordeel te behalen uit de aan die organisatie ter beschikking gestelde middelen.
8.2.1 Juridische beperking
Commerciële organisaties zullen de rechtsvorm van een stichting of vereniging niet vaak kiezen voor het uitoefenen van een onderneming. Er gelden namelijk een aantal wettelijke beperkingen.
Eén van die beperkingen is dat een stichting niet het doen van uitkeringen aan oprichters of leden van organen als doel mag hebben. U mag de winst dus niet onder uw leden verdelen.
Handelsnaam
strenge eisen
Kiest u voor een vereniging of een stichting om een onderneming te drijven, dan moet u ook een handelsnaam hebben. U moet daarvan opgave doen bij het Handelsregister van de KvK. De handelsnaam van uw organisatie moet voldoen aan de strenge eisen van de Handelsnaamwet.
merknaam
Als de stichting of de vereniging een onderneming drijft, is het op grond van de Handelsnaamwet verboden om een handelsnaam te voeren die:
- in strijd met de waarheid aanduidt dat de onderneming geheel of gedeeltelijk aan één of meer personen zou toebehoren;
- vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven al door een ander rechtsgeldig gevoerd werd;
- in zo’n geringe mate afwijkt van een al bestaande handelsnaam dat in combinatie met de vestigingsplaats verwarring kan ontstaan bij het publiek;
- een merknaam bevat waarop een ander ter onderscheiding van zijn producten recht heeft;
- een onjuiste indruk geeft van de onder de naam gedreven onderneming.
U kunt de notaris een onderzoek naar beoogde handelsnamen laten doen.
8.2.2 Fiscale gevolgen
belastingplicht
De Belastingdienst kijkt ook kritisch of uw organisatie een onderneming drijft. Drijft u een onderneming, dan krijgt u namelijk te maken met de belastingplicht voor de vennootschapsbelasting (VPB) en BTW.
Vrijstelling
van rechtswege
De VPB-plicht betekent niet altijd dat u ook echt vennootschapsbelasting moet betalen. In bepaalde gevallen geldt er namelijk een VPB-vrijstelling voor uw stichting of vereniging. Dit is het geval als:
- de winst in één jaar niet hoger is dan € 15.000, ongeacht of u een onderneming drijft of niet; of
- de winst in één jaar hoger is dan € 15.000, maar samen met de vier voorafgaande jaren bij elkaar niet hoger is dan € 75.000.
De VPB-vrijstelling geldt van rechtswege. Dit betekent dat als uw stichting of vereniging voldoet aan de eisen, u automatisch vrijgesteld bent van de VPB.
Soms is dit echter ongunstig. Mocht uw organisatie bijvoorbeeld in een jaar zijn vrijgesteld en verlies maken, dan kunt u dit verlies niet verrekenen met eventuele winsten in een jaar waarin uw organisatie wel belastingplichtig is. In dat geval kunt u een verzoek indienen om niet te worden vrijgesteld.
De gemaakte keuze geldt voor een periode van vijf jaar. Dit verzoek moet u binnen zes maanden na het jaar waarop het verzoek betrekking heeft indienen.
Specifieke vrijstelling
Daarnaast zijn in de vennootschapsbelasting bepaalde specifieke vrijstellingen opgenomen. Er geldt bijvoorbeeld een vrijstelling voor zorginstellingen en openbare leeszalen en bibliotheken.
BTW
bedrijf uitoefenenen
Uw organisatie kan ook te maken krijgen met BTW. U moet dan ondernemer zijn voor de BTW. Hiervan is sprake als u zelfstandig een bedrijf of beroep uitoefent. Hier is vrij snel sprake van. Merkt de Belastingdienst uw organisatie aan als BTW-ondernemer, dan moet u over de omzet BTW betalen. Eventueel kunt u nog profiteren van een vrijstelling.