U bent hier

9.1 Vormen van aansprakelijkheid

Laatst gewijzigd: mei 2021

niet betalen

Hier worden drie vormen van aansprakelijkheid besproken:

  • interne aansprakelijkheid;
  • externe aansprakelijkheid;
  • aansprakelijk op grond van de anti-misbruikwetgeving.

9.1.1 Interne aansprakelijkheid

schade

risico

Bestuurders van stichtingen hoeven in principe alleen aan elkaar verantwoording af te leggen, tenzij er een Raad van Toezicht (RvT) is. Er moet dan in de statuten staan dat de RvT de bevoegdheid heeft om het bestuur aansprakelijk te stellen. Bij een vereniging moeten bestuurders verantwoording afleggen aan de algemene ledenvergadering (ALV). Kan de toezichthouder aantonen dat een bestuurder zijn taken onvoldoende heeft verricht, met aantoonbare schade aan de organisatie, dan is die bestuurder ook aansprakelijk voor de schade. Bijvoorbeeld:

  • als er gelden aan de organisatie zijn onttrokken voor privédoeleinden;
  • als er tegenstrijdige belangen om de hoek komen kijken;
  • als u onnodige financiële risico’s heeft genomen;
  • als de kredietwaardigheid niet is bewaakt;
  • als gebruikelijke verzekeringen voor een organisatie niet zijn afgesloten.

penningmeester

Of uw organisatie u als bestuurder persoonlijk kan verwijten voor het onvoldoende uitvoeren van uw taken, zal afhangen van de omstandigheden van het geval, zoals de aard van uw organisatie, de taakverdeling binnen uw bestuur en eventueel geldende richtlijnen.

In principe maakt het in Nederland – in tegenstelling tot andere landen – bij bestuurdersaansprakelijkheid niet uit of de betreffende bestuurder betaald krijgt voor zijn werkzaamheden of dat hij een vrijwilliger is.

9.1.2 Externe aansprakelijkheid

derden

Van externe aansprakelijkheid is sprake als het bestuur namens de stichting of vereniging rechtshandelingen verricht en derden uw organisatie aansprakelijk stellen voor de geleden schade. Als uw organisatie bijvoorbeeld sportvelden huurt en de huur niet meer betaalt, kan de verhuurder uw organisatie aansprakelijk stellen. Een bestuurslid kan ook door derden persoonlijk aansprakelijk worden gesteld als de organisatie niet staat ingeschreven in de Kamer van Koophandel (KvK). Als een bestuurder misbruik maakt van de organisatie om zo persoonlijke aansprakelijkheid te voorkomen, kijkt de wet als het ware door de organisatie ‘heen’. De bestuurder is in dat geval hoofdelijk aansprakelijk. Ook als een bestuurder verantwoordelijk is voor het wel of niet nakomen van verplichtingen van de organisatie, wordt dit aangemerkt als een onrechtmatige daad van de bestuurder en is hij persoonlijk aansprakelijk.

Decharge voor bestuurder

Het bestuur of de RvT kan een bestuurslid ontslaan van zijn verantwoordelijkheid door het verlenen van decharge. Hij is dan niet meer aansprakelijk voor daden tijdens zijn bestuursperiode. Dit geldt echter alleen voor zaken waarover het bestuurslid verantwoording heeft afgelegd. De penningmeester wordt bijvoorbeeld decharge verleend over een afgelopen boekjaar, na goedkeuring van het financieel jaarverslag. Voor onjuist gemelde of verzwegen zaken blijft de aansprakelijkheid bestaan. Als de ALV van een vereniging de jaarstukken goedkeurt, wordt impliciet ook decharge verleend over het financiële beleid. Decharge kan ook expliciet verleend worden: dan moet het als agendapunt opgenomen worden in de vergadering.

9.1.3 Anti-misbruikwetgeving

ernstig verwijt

De anti-misbruikwetgeving moet misbruik van rechtspersonen, zoals een stichting of vereniging, tegengaan. Het gaat dan om misbruik in de zin van het niet betalen van belastingen. Als uw organisatie activiteiten en/of personeel heeft, moet u hierover immers belastingen – en in het geval van loon ook sociale premies – afdragen. Is uw organisatie hiertoe niet in staat, dan bent u als bestuurder verplicht hiervan een melding betalingsonmacht te doen. Doet u dit niet, dan kunt u persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de belastingschulden.

Betalingsonmacht melden

U doet deze melding binnen twee weken nadat u de belasting en/of premies had moeten betalen. Doet u dit niet, dan bent u hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden. U kunt zich aan deze aansprakelijkheid onttrekken door te bewijzen dat de te late melding of het ontbreken hiervan niet aan uw eigen handelen te wijten was en dat u hiertoe maatregelen heeft genomen. De bewijslast ligt in dat geval bij u. Zie ook rendement.nl/bestuurdossier.