7.2 Coachingsstijlen
grondvormen
De vier grondvormen van coachen zijn:
- mentorstijl;
- contentstijl;
- transformationele stijl;
- mentale stijl ;
7.2.1 Mentorstijl
ervaring
De coach neemt de rol aan van een oude wijze man of vrouw, een grote broer of zus, of een door de wol geverfd persoon met veel relevante (levens)ervaring. De coach vertaalt zijn eigen ervaring naar de situatie van de werknemer, en zo helpt de coach de werknemer bij het vinden van een oplossing of een werkwijze. Ervaring delen is hier het sleutelwoord.
7.2.2 Contentstijl
informatie aanleveren
De coach is overduidelijk iemand met kennis van zaken. Hij weet waarover het gaat, kent het onderwerp van haver tot gort en beschikt over een rijke hoeveelheid aan kennis en modellen. De coach levert vooral (nieuwe) informatie aan, waarmee de gecoachte zijn problemen kan oplossen. Kennis en inzichten delen zijn de sleutelwoorden bij deze stijl.
7.2.3 Transformationele stijl
pratende spiegel
De coach is vooral een soort pratende spiegel, iemand die de werknemer naar zichzelf laat kijken en het gedrag van commentaar voorziet. De coach stelt veel (eigenwijze en vaak kritische) vragen, die ervoor moeten zorgen dat de werknemer op zoek moet naar zichzelf. Reflectie en dieptevragen zijn de sleutelwoorden bij deze stijl van coachen.
7.2.4 Mentale stijl
motivator
In deze stijl legt de coach de nadruk op het behalen van resultaten. De coach dwingt de werknemer om zich bewust te worden van zijn doelen, kansen, mogelijkheden en activiteiten. De coach kijkt naar praktische toepassingen en actie. Hij fungeert vaak als motivator en helpt de werknemer om zijn doelstellingen stapsgewijs te managen en realiseren. Praktische toepassingen, resultaat en actie zijn de sleutelwoorden.
7.2.5 Doorverwijzen bij twijfel
kennis, kunde en expertise
Voor u als arboprofessional is het van belang te weten waar de kennis, kunde en expertise ligt. Afhankelijk van uw ervaring kunt u de gesprekken met werknemers zelf voeren. Maar krijgt u een ‘niet pluis’-gevoel, verwijs dan door naar een professionele coach of reguliere hulpverlening.
Gesprekstechnieken
Bij het coachen zult u bepaalde communicatie- en gesprekstechnieken moeten inzetten. Onderstaande ezelsbruggetjes kunnen in de gesprekken met werknemers goed van pas komen:
- laat OMA (opinies, meningen, adviezen) thuis;
- wees een OEN (open, eerlijk, nieuwsgierig);
- smeer NIVEA (niet invullen voor een ander);
- maak je niet DIK (denk in kwaliteiten: je eigen sterke kanten of de kwaliteiten van collega’s);
- denk aan ANNA (alles navragen, niets aannemen);
- gebruik LSD (luisteren, samenvatten, doorvragen).