5.1 Wat is slaap?
lichaam en geest tot rust
prikkels blokkeren
Slaap is een eerste levensbehoefte, en mensen brengen een derde deel van hun leven slapend door. Slaap is een dagelijks terugkerende toestand waarin lichaam en geest tot rust komen. Tijdens de slaap treden allerlei veranderingen op in het lichaam. Veel spieren ontspannen zich en de hersengolven vertragen, net als de hartslag en de ademhaling. De hersenen blokkeren alle prikkels van buiten, waardoor het bewustzijn verlaagt en mensen afgesloten raken van de buitenwereld. Deze maatregelen, die de natuur heeft genomen om slapen mogelijk te maken, ondersteunen de gedachte dat slaap een eerste levensbehoefte is. Het idee dat slaap dient voor herstel van lichaam en geest lijkt logisch, maar is niet helemaal waar. Zowel onze hersenen als ons lichaam blijven actief. De hartspier bijvoorbeeld stopt niet om te rusten. Slaap, en met name de droomslaap, kost ook energie.
Slecht slapen heeft veel gevolgen
slaapgebrek
Een goede manier om de betekenis van slaap te begrijpen, is kijken wat er gebeurt als mensen niet of te weinig slapen. Slaapgebrek blijkt het functioneren van de hersenen sterk te beïnvloeden. Het tast het geheugen, het concentratievermogen, het spraakvermogen, de reactiesnelheid en besluitvaardigheid, en het gevoel voor tijd en ruimte (planningsvermogen) aan. Daarnaast beïnvloedt het emoties en fysieke gezondheid.
5.1.1 Slaapschuld
behoefte
Hoe langer de mens wakker is, hoe meer behoefte hij krijgt aan slaap. Het is een drijvende kracht van de natuur, net als honger. Als u lang niet gegeten heeft, krijgt u aandrang te eten. Op dezelfde manier bouwt de mens, naarmate hij langer wakker is, een grotere behoefte op om te gaan slapen. Dit is de zogeheten ‘slaapschuld’. Zodra de mens wakker wordt, gaat de meter als het ware tellen. Als een mens overdag actief bezig is geweest, is zijn slaapschuld ’s avonds hoog genoeg om goed te kunnen slapen.
5.1.2 Fasen in slaap
lichte slaap
Sterk vereenvoudigd is de nacht opgedeeld in vijf slaapcycli van elk 90 tot 120 minuten. Deze cycli hebben dezelfde opbouw en volgen elkaar gedurende de nacht op. Eén cyclus bestaat uit 5 fasen. Deze fasen worden onderscheiden door de mate van hersenactiviteit en oogbeweging.
- Fase 1 (NREM1, lichte slaap)
overgangsfase
Dit is de overgangsfase tussen waken en slapen. De oogbeweging wordt langzaam. Het kost u moeite om uw ogen open te houden en u valt uiteindelijk in slaap. De hersenactiviteit neemt langzaam af. Deze periode duurt 1-3 minuten; 2-5% van de totale slaap.
- Fase 2 (NREM2, lichte slaap)
Dit is het begin van de echte slaap. U wordt niet meer van elk geluid wakker, maar als u wordt gewekt in deze fase, heeft u nog niet het gevoel diep geslapen te hebben. Deze periode duurt 42-54 minuten; 45-55% van de totale slaap.
- Fase 3 (NREM3, diepe slaap)
totaal ontspannen
Dit is de overgangsfase naar de diepe slaap. Uw ademhaling wordt regelmatig, uw hartritme daalt, uw spieren raken totaal ontspannen. Deze fase duurt 3-8 minuten; 3-8% van de totale slaap.
- Fase 4 (NREM4, diepe slaap)
fysiek herstel
Dit is de fase van de echte diepe slaap. Ademhaling en hartritme zijn op zijn laagst. Als u uit deze slaap wordt gewekt, bent u gedesoriënteerd en heeft u tijd nodig om u te realiseren waar u bent. Deze fase zorgt voor fysiek herstel en bedraagt 15-18 minuten; 15-20% van de totale slaap.
- Fase 5 (REM-slaap, droomslaap)
droomslaap
In deze fase zijn er snelle oogbewegingen en is er sprake van grote hersenactiviteit. De hersenen zijn actief met dromen, het verwerken van informatie en allerlei geheugenfuncties. Lichamelijk gebeurt er van alles; de spieren van armen en benen zijn totaal ontspannen en nagenoeg verlamd, de ademhaling en hartslag zijn onregelmatig en de bloeddruk stijgt. Tijdens de droomslaap vindt dus grote activiteit van lichaam en geest plaats, deze fase kost dan ook veel energie. Na elke remslaapfase ontwaakt u doorgaans kort (vaak onbewust) en begint de hele slaapcyclus van lichte slaap via diepe slaap naar droomslaap weer van vooraf aan. De remslaap duurt ongeveer 18-24 minuten; 20-25% van de totale slaap.
Kernslaap en restslaap
De totale slaap van een nacht is opgebouwd uit vier à vijf slaapcycli. In het begin van de nacht zijn de fasen van diepe slaap het langst. Op het eind van de nacht neemt juist het aandeel van de lichte slaap en de droomslaap toe.
eerste drie slaapcycli
kwaliteit nachtrust
verschilt per persoon
De eerste vier tot vijf uur van de slaap – de eerste drie slaapcycli – zijn de zogeheten kernslaap. Hierin treedt vrijwel alle diepe slaap op en een groot deel van de droomslaap. Dit zijn de twee slaapfasen die van essentieel belang zijn voor de kwaliteit van de nachtrust. De diepe slaap zorgt voor fysiek herstel. De droomslaap heeft als functie de geest te verfrissen en ervaringen te verwerken. De overige slaap staat bekend als restslaap, omdat niet precies bekend is wat de betekenis ervan is.
5.1.3 Benodigde hoeveelheid slaap
De benodigde hoeveelheid slaap verschilt van persoon tot persoon. Er zijn mensen die met weinig slaap toekunnen en er zijn mensen die veel slaap nodig hebben. Het is een fabeltje dat iedereen acht uur slaap per nacht nodig heeft. Of een mens genoeg slaapt, is het beste te bepalen aan de hand van hoe hij zich overdag voelt.
Over het algemeen geldt dat de kwaliteit van de slaap belangrijker is dan de hoeveelheid slaap. Met vier tot vijf uur slapen is de kernslaap behaald en de basis voor geestelijke en fysiek herstel gelegd. Daarna volgt de restslaap.
Ontspanning
rust nemen
In onze maatschappij worden mensen beloond voor inspanning, niet voor ontspanning. Mensen ‘moeten’ van alles, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Dat leidt ertoe dat veel mensen steeds minder tijd inruimen voor ontspanning. Deze manier van leven leidt tot een hoge hersenactiviteit. Mensen die slecht slapen, hebben zowel overdag als ’s nachts een hogere hersenactiviteit dan goede slapers. Voor hen is het belangrijk de hersenactiviteit te vertragen. Dat kan door regelmatig overdag rust te nemen en voor het naar bed gaan enige tijd ‘niets’ meer te doen.
beter functioneren
Een goede kernslaap, in combinatie met goede lichamelijke en geestelijke ontspanning door de dag, is dus voldoende voor herstel. De kans is groot dat een mens overdag beter functioneert als hij ten minste vier tot vijf uur kernslaap per nacht haalt.
Benodigde hoeveelheid slaap leeftijdsafhankelijk
persoonlijke behoefte
De hoeveelheid slaap die een mens nodig heeft, hangt niet alleen af van zijn persoonlijke behoefte, maar wordt ook beïnvloed door de leeftijd van iemand. Baby’s slapen bijvoorbeeld 16-18 uur per dag. Dat neemt geleidelijk af tot een mens in de twintig is. Op oudere leeftijd neemt de duur van de nachtslaap vaak af. Maar als je de dutjes overdag meerekent, is er nauwelijks verschil tussen de totale hoeveelheid slaap van iemand op oudere leeftijd en de totale hoeveelheid slaap van iemand die jonger is.
Diep
ouderen minder diep
Hoe diep een mens slaapt, is ook afhankelijk van leeftijd. Kinderen slapen dieper dan volwassenen, vooral in het begin van de nacht. Ouderen slapen minder diep. Vanaf ongeveer het veertigste levensjaar wordt de diepe slaapfase geleidelijk steeds korter. Bij ouderen is die er vaak nauwelijks meer. Bovendien liggen zij ’s nachts vaker en langer wakker en hebben ze minder remslaap.